Nieuwe start na huiselijk geweld
De glans van hun huwelijk duurt maar kort. Binnen een paar jaar ontstaan er tussen Bas en Diny spanningen die uitlopen op rake klappen. Uiteindelijk raakt zij gewond en krijgt hij een tijdelijk huisverbod. Na tien dagen maken ze een nieuwe start. Het onderlinge vertrouwen groeit langzaam en hun huwelijk bloeit, mede door deskundige begeleiding, op.
Aan de keukentafel in hun rijtjeswoning in een Noord-Limburgs dorp doen de zestigers hun verhaal. Een fraai herfstboeket siert de kamer. Twee poezen komen af en toe langs om een kopje te geven.
De gedachten gaan terug naar begin jaren negentig. Bas, al vele jaren vrijgezel, ontmoet Diny, die na een scheiding een moeilijke periode doormaakt. Ze besluiten samen verder te gaan. Kort na hun trouwdag krijgt Diny gezondheidsproblemen. Ze ondergaat een ingrijpende operatie. Als ze daarvan is hersteld, gaat het thuis mis.
„We kwamen op een avond laat terug van een feestje. Bas had behoorlijk gedronken. Terwijl ik in de deur van de slaapkamer stond, verkocht hij me ineens een flinke klap. Ik viel neer. Later bleek dat ik een paar gekneusde ribben had. Mijn eerste reactie was ongeloof. Waarom gebeurt dit?”
De volgende ochtend voelt Diny zich beroerd. „Bas zei: Er is niks aan de hand, ga maar werken. Er viel niet met hem te praten. In het begin was hij altijd lief en zorgzaam, maar vanaf dat moment werd hij regelmatig agressief. Hij was niet meer de man die ik had leren kennen.”
Pas jaren later kan Bas zijn toenmalige gedrag verklaren. „Ik was lang alleen geweest. In het begin van ons huwelijk zórgde ik vooral voor Diny. Nadat ze was opgeknapt van de operatie, begon ze zelf initiatief te tonen. Ik was gewend mijn eigen beslissingen te nemen. Het kostte me moeite rekening met een ander te houden.”
Sluipenderwijs ontstaat er een machtsstrijd. Diny: „Bas ging me dingen verbieden. Ik mocht niet meer naar de winkel en hij stond me niet toe mijn favoriete tv-programma’s te zien. Daar ging ik dwars tegenin.”
De situatie heeft op Diny extra impact, omdat die haar herinnert aan hoe het vroeger bij haar thuis ging. „Als ik niet naar mijn vader luisterde, sloeg hij me. Dat kwam weer boven. Ik raakte wanhopig, voelde me niet veilig als Bas agressief was. Soms was ik verschrikkelijk bang.”
Het echtpaar doorloopt diverse hulpverleningstrajecten, bij het maatschappelijk werk, een riagg en een vrijgevestigde psychiater. Toch komt hun huwelijk steeds meer onder hoogspanning te staan. Het advies van sommige therapeuten om uit elkaar te gaan, leggen ze naast zich neer. Diny, verontwaardigd: „Alsof daarmee alles is opgelost.”
Als Bas met de vut is gegaan, verslechtert de situatie verder. Na een meningsverschil krijgt Diny op een late avond de zoveelste klap. Met een bloedend gezicht belt ze een familielid, die de politie inschakelt. Even later staan er twee agenten op de stoep die Bas meenemen naar het bureau. De burgemeester legt hem een huisverbod voor tien dagen op.
Ineens komen er allemaal raderen in beweging. Om halfvijf ’s ochtends zit casemanager Henk Giebels van de Mutsaersstichting, een regionale hulpverleningsorganisatie, bij Bas aan tafel. In een bijna drie uur durend gesprek gaat hij na wat er precies is gebeurd en wat daaraan voorafging. Bas doet geen poging zijn gedrag goed te praten. „Ik besefte dat ik verkeerd bezig was. Zelf was ik ook verdrietig over de hele situatie.”
Tijdens de periode van het huisverbod verblijft Bas in een sociaal pension. Contact met zijn vrouw mag hij niet hebben. Via Giebels brengt hij zijn excuses aan haar over. „De situatie in het pension, waar veel sociaal zwakkeren verbleven, was verschrikkelijk. Maar ik dacht: Ik heb het er zelf naar gemaakt dat ik hier zit, ik moet erdoorheen. Al op de tweede dag begon ik aan een cursus voor daders van huiselijk geweld.”
Teruggekomen van de afdeling eerste hulp in het ziekenhuis krijgt ook Diny casemanager Giebels op bezoek. Een maatschappelijk werker biedt haar bovendien de nodige emotionele steun. „Doordat ik alleen thuiszat, had ik in zekere zin rust. Maar ik voelde me ellendig en vernederd. Ik wist niet hoe het verder moest.”
Na tien dagen komt Bas weer thuis. Giebels is erbij op het moment dat hij, opgehaald door Diny’s zoon, de kamer binnenstapt. „Het was spannend. Hoe zou ik Diny aantreffen? Ik begroette haar met een kus; zij zei: Hoe heb je het kunnen doen?”
Diny laat merken dat Bas welkom is. Ze biedt hem een rode roos aan als teken van haar „onvoorwaardelijke liefde” en een witte als symbool van de „rust en vrede” waarop ze hoopt. Samen besluiten ze een nieuwe start te maken, waarvoor ze zich beiden willen inzetten.
Voordat Giebels vertrekt, legt hij de huissleutel op tafel. Als Bas deze wil pakken, legt de begeleider zijn hand erop. Hij maakt duidelijk dat Bas die niet zomaar in zijn zak kan steken: „Als jij de sleutel pakt, neem je de verantwoordelijkheid op je om ervoor te zorgen dat Diny zich veilig voelt in huis.” Waarop Bas die stap bewust zet.
In de periode die volgt herstelt het onderlinge vertrouwen zich gaandeweg. Bas rondt de cursus over huiselijk geweld af en volgt daarna enkele maanden een verdiepingsprogramma. Hij leert onder meer signaleren wanneer zijn „agressietemperatuur” stijgt, zijn gevoelens te uiten en een time-out te nemen als een meningsverschil dreigt te escaleren.
Gedurende een jaar heeft het echtpaar regelmatig contact met de begeleider van de Mutsaersstichting. In die gesprekken leert ook Diny kritisch naar zichzelf te kijken. „Ik geef Bas niet de schuld van alles wat er is gebeurd. Zelf moest ik bijvoorbeeld leren dat mijn sterke rechtvaardigheidsgevoel wel eens doorsloeg. Nu kan ik soms zeggen: Laat maar.”
In september dit jaar rondden ze het traject af, sterk genoeg om op eigen kracht verder te kunnen. Bas: „Het slaan uit onmacht is voorbij. De hulp van de Mutsaersstichting heeft ons huwelijk gered. We hebben nu een betere relatie dan in het begin.”
Bas en Diny heten in werkelijkheid anders. www.steunpunthuiselijkgeweld.nl www.mutsaersstichting.nl.
Mond leren gebruiken in plaats van vuisten
Een man die zijn vrouw slaat, kleineert of seksueel misbruikt. De Mutsaersstichting, een organisatie voor jeugdhulpverlening en geestelijke gezondheidszorg in Noord- en Midden-Limburg, heeft er regelmatig mee te maken. In 2007 startte ze met een nieuwe aanpak van huiselijk geweld waarbij slachtoffer en dader gelijktijdig hulp krijgen. Doel is niet alleen de misstanden een halt toe te roepen, maar ook de relatie in stand te houden en te verbeteren.
Sinds maart 2007 werd de Venlose stichting ingeschakeld bij zo’n 300 situaties van huiselijk geweld. In ongeveer 130 gevallen kreeg de dader door de burgemeester een tijdelijk huisverbod opgelegd. Hij mag dan tien dagen niet naar huis. Contact met de achterblijvers is in die periode verboden. Overtreding van het huisverbod geldt als een strafbaar feit.
De maatregel is bedoeld om de geweldsspiraal te doorbreken en biedt de mogelijkheid om adequate hulpverlening te starten. „Midden in een crisis is de acceptatie van hulp het grootst”, zegt Henk Giebels van de Mutsaersstichting. Hij is een van de casemanagers die gezinnen langs drie sporen begeleiden: hulp aan het slachtoffer, opvang voor eventuele kinderen en hulp aan de dader. Binnen twaalf uur nadat een huisverbod is opgelegd, moet er een plan van aanpak liggen. Van meet af wordt daarbij een duidelijke norm gesteld: geweld is niet normaal. „Een dader moet leren praten met zijn mond in plaats van met zijn vuisten.”
Tijdens de periode van het huisverbod heeft de casemanager vrijwel dagelijks contact met dader, slachtoffer en kinderen. Doel is hen te ondersteunen en een vertrouwensband op te bouwen. „Ook in het vervolgtraject zoeken we hen thuis op. Je moet achter de voordeur zijn, zien hoe ze leven en merken wat hen bezighoudt”, zegt Giebels. Doorgaans staan mensen open voor het werken aan herstel, is zijn ervaring. „Als ik aan een slachtoffer vraag of hij wil dat er een eind komt aan het geweld of aan de relatie, is het antwoord bijna altijd het eerste.”
De casemanager spreekt dader en slachtoffer zowel individueel als –na het huisverbod– gezamenlijk. „Ik haal het onderwerp eerst uit een sfeer van schuld en schaamte. Het gaat er niet om een schuldige aan te wijzen. Dader en slachtoffer moeten samen een nieuw evenwicht vinden. We gaan op zoek naar wat hen verbindt, naar gedragspatronen waarin ze elkaar gevangen houden en mogelijkheden om die te doorbreken. Zo nodig zoeken we daarbij ook steun van mensen uit hun naaste omgeving.”
De Mutsaersstichting kan na een huisverbod een jaar lang begeleiding bieden, als aanvulling op andere vormen van hulp, zoals een cursus voor daders van huiselijk geweld. De meersporenaanpak werpt vruchten af: de recidive is teruggebracht van 60 naar 15 procent. Als de aanpak niet werkt, is er vaak sprake van een ernstige persoonlijkheidsstoornis bij de dader, al dan niet in combinatie met alcohol- of drugsgebruik. Vanwege het succes van de zogenaamde Venlose methode wordt deze inmiddels ook op andere plaatsen in binnen- en buitenland toegepast.