Als het vliegverkeer dramatisch afneemt, leidt deze constructie tot „disproportionele” stijgingen van de tarieven die luchtvaartmaatschappijen de organisatie moeten betalen.

Dat stelt LVNL vast in het vandaag gepubliceerde jaarverslag. De organisatie heeft de afgelopen twee jaar forse financiële tekorten opgebouwd vanwege de algehele economische malaise en de terroristische aanslagen in 2001. Het aantal passagiers van luchtvaartmaatschappijen nam daardoor flink af. Veel maatschappijen hebben in de capaciteit moeten snijden, waardoor LVNL minder geld ontving. De ondernemingen betalen de instantie per vlucht.

De financiële vooruitzichten blijven somber, aldus de luchtverkeersleiding. De passagiersaantallen zijn door de oorlog in Irak en de angst voor de dodelijke longziekte SARS nog verder gedaald.

LVNL, een zelfstandig bestuursorgaan, mag van de overheid geen financiële buffer aanleggen. Dit betekent volgens de organisatie dat de kosten direct worden doorberekend in de tarieven. Dit gebeurt altijd na twee jaar. Het verlies van 2001 heeft bijvoorbeeld geleid tot een forse tariefstijging dit jaar.

Aan de kostenkant valt weinig te veranderen, aldus een woordvoerster van LVNL. Zo investeert de organisatie veel in de werving van nieuwe luchtverkeersleiders en in het onderhoud van de apparatuur. „Dit kunnen we niet zomaar stopzetten. Desondanks kijken we goed naar alle uitgaven die we doen”, vertelde de zegsvrouw.

In 2002 heeft LVNL een verlies geboekt van 4,7 miljoen euro. Dit werd vooral veroorzaakt door een bevriezing van de tarieven voor het verkeer op Schiphol. De overheid voerde dit door om de luchtvaartmaatschappijen tegemoet te komen. Zij hadden te kampen met een aanzienlijke daling van het aantal passagiers na de aanslagen van 11 september 2001.

Om het tekort voor LVNL te beperken, is de overheid wel bijgesprongen door 13,9 miljoen euro als compensatie te geven. Zonder deze steun zou het verlies van de luchtverkeersleiding 18,6 miljoen euro zijn geweest.