Kerken, benut kans om te getuigen van de Koning
Laten de protestantse kerken in Nederland vooral meedoen aan de nationale synode. Ze moeten geen kans laten liggen om een goed woord van hun Koning te spreken in de samenleving, schrijft prof. dr. H. G. L. Peels in reactie op dr. P. de Vries (RD 9-11).
In Dordrecht wordt volgende maand de nationale synode gehouden. Een bijeenkomst van vele honderden christenen uit kerken over de volle breedte van het protestantisme in Nederland. Het doel: samen over het hart van het christelijke geloof spreken, en gezamenlijk een woord voor de wereld uitspreken.
Vanaf het begin heeft dit initiatief veel bijval gekregen. Vooral jongeren reageerden positief, studenten stonden hand in hand rond de Utrechtse Domkerk om kerken op te roepen ernst te maken met de eenheid. Eindelijk te midden van de kerkelijke versplintering die de laatste twee eeuwen almaar groter werd, een appel om een moment naast elkaar te gaan staan. Niet om de utopie van kerkelijke eenwording na te jagen, maar om te getuigen dat boven onze verdeeldheid uit één Heere de Koning van Zijn kerk is. Een goede Herder, Die ons Zelf heeft gezegd dat Hij maar één kudde heeft.
De bekende dogmaticus Herman Bavinck stelde het zo: „Er is geen christendom boven of beneden, maar er is wel een christendom in de geloofsverdeeldheid aanwezig. Omdat ons oog het meest op de verschillen en scheuringen in de christenheid gericht is, lopen wij steeds gevaar om deze toch waarlijk bestaande eenheid te miskennen. Wat alle ware christenen verbindt is nog altijd meer dan wat hen scheidt.” Met het oog op dit laatste werd het initiatief van de nationale synode geboren.
Sein op rood
Jongeren herkenden direct waar het om gaat: zij weten wat het is om als kleine christelijke minderheid in het seculiere Nederland te leven, en hoe hard we elkaar nodig hebben. Maar kerkelijke leiders aan de linker- en rechterzijde zetten direct het sein op rood: „Geen basis voor een gezamenlijk getuigenis.”
Van vrijzinnige kant was het oordeel dat het credo van de nationale synode te duidelijk een orthodoxe (gereformeerde) geur ademt. Even stellig was het oordeel aan de behoudende rechterflank: het credo mist wezenlijke elementen van het christelijke belijden. Het feit dat het credo geen nieuwe belijdenis wil zijn en slechts een aanzet geeft tot het gesprek over het geloof (een ”groeitekst”), wordt simpelweg genegeerd.
Dr. P. de Vries somt in zijn artikel allerlei minpunten op: waar is een woord over het eeuwig wel en wee of over de kenmerken van de ware christen et cetera? Zijn conclusie is fors: „De boodschap in het credo van de nationale synode verwoord is voor een klassiek christen tot welke stroming binnen de wereldkerk hij ook behoort, en zeker voor een gereformeerd christen, niet aanvaardbaar.” Hiermee worden tegelijk ook allen veroordeeld wie de apostolische belijdenis van de katholiciteit van de kerk zeer ter harte gaat en die daarom dit initiatief omhelzen.
Goed woord
Het is eigenlijk allemaal zo vermoeiend voorspelbaar. Het is niet moeilijk om het kwetsbare initiatief van de nationale synode in een kwaad daglicht te stellen, en de credotekst te fileren om allerlei vermeende mankementen aan te wijzen. En vervolgens je terug te trekken op eigen gelijk, terug naar de eigen tenten. Ook het artikel van broeder P. de Vries, hoe goed bedoeld wellicht ook, gaat op deze punten mank.
De grote vraag is of wij als protestantse kerken in Nederland, hoeveel wij ook van elkaar verschillen, in staat zijn om midden in deze zo ingrijpend veranderde samenleving nog een goed woord over onze Heere en Heiland Jezus Christus te spreken. Om de eer van Zijn Naam. Hoezeer is die eer niet geschaad door de voortgaande verscheurdheid der kerken, inmiddels meer dan 150 denominaties in ons land. Hoe kunnen we dit ooit voor Gods troon uitleggen, laat staan rechtvaardigen.
Het diepe verlangen om samen ”een woord voor de wereld” te hebben, en het voortdurende hartzeer over de schuld van onze verdeeldheid: dat zijn de drijfveren van de nationale synode. Het initiatief van de nationale synode is begonnen met gebed, en zal daarmee ook besloten worden.
Al eerder schreef ik: Broeders, kom hogerop! Laat geen kans liggen om te spreken over ons kostbare geloof, en om te getuigen van onze Koning. En al het overige leggen we in Zijn hand. Inderdaad: een geloofswaagstuk.
De auteur is hoogleraar oudtestamentische vakken aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn en lid van de stuurgroep nationale synode / protestants forum.