Kerk & religie

De Wekker

In opdracht van God moet het volk Israël de inwoners van Kanaän uitroeien (onder meer Deut. 7). 
Hoe kan het dat de Heere zoiets beveelt? Daarover schrijft ds. A. Versluis, predikant te Nieuw-Balinge 
en onderzoeker, in De Wekker, uitgave van de Christelijke Gereformeerde Kerken.

12 November 2010 18:06Gewijzigd op 14 November 2020 12:30

„Wat moeten christenen in de 21e eeuw met een bevel van God om de volken in Kanaän uit te roeien? Ik heb daar nog geen uitgewerkt antwoord op, omdat mijn onderzoek nog niet af is. Ik noem wel drie elementen die voor ons denken hierover van belang zijn.

In de eerste plaats zegt onze moeite met zulke teksten iets over onszelf. Wij zijn heel gevoelig voor geweld, zeker als dat geweld gebeurt in naam van een godsdienst. In de tijd van de Bijbel, en ook in vorige eeuwen, werd er anders gedacht over geweld.

In de Bijbel komen we de uitroeiing van de Kanaänitische volken dan ook nergens tegen als een moreel probleem. De vraag hoe een God van liefde kan bevelen om mensen te doden, is niet nieuw, maar onze ‘gevoeligheid’ bij dit onderwerp zegt meer over ons dan over de Schrift.

In de tweede plaats is het bevel om de Kanaänitische volken uit te roeien nadrukkelijk beperkt. Israël krijgt deze opdracht voor de intocht in Kanaän. Alleen in die situatie en alleen voor die volken geldt dit bevel. Tegelijk wordt steeds benadrukt dat hetzelfde oordeel over Israël zal komen als het Gods geboden niet houdt. Daarom is het niet waar dat je je op zulke teksten zou kunnen beroepen om vandaag mensen te doden. Het bevel om de Kanaänieten uit te roeien heeft een specifieke plaats in de heilsgeschiedenis.

In de derde plaats laat het uitroeiingsbevel wel iets zien over de Heere en Zijn werk. De uitroeiing van deze volken wordt vaak verbonden met hun zonde. Dat betekent niet dat Israël beter was.

Het laat wel Gods toorn en Gods oordeel over de zonde zien. De Heere is heilig. Dat is een wezenlijk onderdeel van de Bijbelse boodschap, in het Oude én het Nieuwe Testament.”


Kerkblad HHK

Zijn kerkelijke gemeenten wel echt gezond? Die vraag stelt ds. P. C. Hoek in Kerkblad, uitgave van de Hersteld Hervormde Kerk.

„De vraag is of wij als gemeenten wel gezonde gemeenten zijn. Want: gezonde gemeenten zijn toch Bijbels gesproken altijd gezonden gemeenten? (…)

Laten we als voorbeeld voor onze eigen situatie de predikant en de predikantsplaats er eens bij nemen. Veel kerkenraden zien zich gesteld voor de vraag op welke grootte de predikantsplaats nu moet worden vastgesteld. Is er plaats voor een fulltime predikant of niet? En zo niet, aan hoeveel procent moet dan gedacht worden? Bij de beantwoording van deze vraag spelen dan met name twee dingen een rol. De grootte van de gemeente en de financiële draagkracht. Concreet betekent het dat wanneer een gemeente pakweg 450 leden telt (dit getal is fictief), er plaats is voor een fulltime predikant.

Afgezien van het geld, betekent het dat er plaats is voor een volledige predikant bij een vastgesteld aantal ‘zielen’. Waarom? Is er dan voldoende ambtelijk werk voor de dominee om er een dagtaak aan te hebben? Belangrijker nog: Om welke werkzaamheden gaat het dan? Zijn dat alleen ‘binnenkerkelijke’ werkzaamheden? Wordt alleen berekend hoeveel tijd er nodig is voor de prediking, het pastoraat, de catechese en dergelijke? Of is er ook rekening gehouden met tijd die nodig is om zich te richten op de onkerkelijke medemens, de van God en Zijn dienst vervreemde medemens? Is het Bijbels gezien wel legitiem om het predikantschap zo te duiden en de predikantsplaats zo te berekenen? Zien we in de Schrift niet hoe juist ook zij worden gezocht die nog buiten staan? En betuigen wij hervormden niet heel het volk op het oog te hebben?

Vraagt dat dan echter óók niet om een andere invulling van het takenpakket van predikanten? Vraagt het ook niet om het stellen van (andere) prioriteiten in kerkenraad en gemeente? We steken ook de hand in eigen boezem. Zijn wij, predikanten, ons voldoende bewust van die roeping? Zijn we alleen in de gemeente bezig, met heel goede dingen, zonder óók uit te gaan in de heggen en steggen?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer