Economie

Melkquotum moeilijk terug te verdienen

Het melkquotum dat sinds 1984 de zuivelmarkt reguleert, zal na 2015 waarschijnlijk verdwenen zijn. Voor Nederlandse melkveehouders betekent dit meer onzekerheid over de toekomst van hun bedrijf. De melkprijzen zullen na afschaffing van het quotum meer gaan fluctueren waardoor bedrijven eerder dan nu in de problemen kunnen komen.

Dick van Doorn
10 November 2010 10:54Gewijzigd op 14 November 2020 12:28
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

Boer Bertus Doppenberg was niet in Frankrijk om te protesteren tegen de afschaffing van het melkquotum. „Ik had net een collega-boer aan de lijn. Die is nu wel in Straatsburg aan het demonstreren. Hij zei dat het erg druk was, zo’n 2000 boeren en zo’n 200 tractoren met karren erachter. We hadden het massaler willen aanpakken, maar in verband met de stakingen in Frankrijk was dit niet mogelijk.”

Met publieksvriendelijke acties proberen Doppenberg en zijn collega’s de Europarlementariërs ervan te overtuigen dat het melkquotum niet moet worden afgeschaft. Mocht dat toch gebeuren, dan pleiten de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en de Dutch Dairy Board (DDB) voor een ander flexibel reguleringssysteem dat zich makkelijk aanpast aan de vraag uit de markt. Doppenberg: „We moeten druk blijven uitoefenen om meer Europarlementariërs ervan te overtuigen dat een reguleringssysteem noodzakelijk is. Het hoeven geen zware acties te zijn, maar we blijven de Europarlementariërs steunen die tegen afschaffing van het melkquotum zijn of die hun voorkeur hebben uitgesproken voor een goede variant op het huidige quotum.”

De afgelopen tien jaar hebben de melkveehouders over het algemeen geen kostendekkende prijs gekregen voor hun melk. In 2009 zakte de prijs naar een schrikbarend dieptepunt van zo’n 21 eurocent per liter. De verwachting is dat de gemiddelde prijs voor 2010 uit zal komen op ongeveer 30 eurocent per liter. „We hebben jaren nodig om het tekort uit 2009 weg te werken”, zegt Doppenberg. „De melkprijs is nu wel weer aangetrokken, maar de kosten zijn dit jaar ook enorm gestegen: de brokken voor de koeien, het gas, de olie. Het gras is dit jaar ook slecht. Het voorjaar was eerst te droog en daarna volgde een zeer natte periode. De kwaliteit van het voer is dit jaar veel minder dan vorig jaar.”

Volgens de melkveehouder –met 115 stuks melkvee, 85 stuks jongvee en een quotum van 890.000 liter– komt voormalig landbouwminister Verburg haar woord van „een zachte landing” wat betreft de afschaffing van het quotum absoluut niet na. Doordat melkveehouders geen buffer hebben kunnen opbouwen, zal het einde van de regulering hard aankomen als de melkprijs na 2015 in elkaar klapt. Veel melkveehouders kunnen het quotum dat ze de afgelopen jaren hebben aangeschaft, nooit voor 2015 aflossen en komen te zitten met een lening waar ze niets aan hebben, maar die ze wel moeten afbetalen.

Volgens Doppenberg wordt het helemaal zuur als bijvoorbeeld een akkerbouwer die brood ziet in een uitbreiding met melkvee na 2015 rustig kan beginnen met melken zonder enige last van een quotum uit het verleden. „Dat zou natuurlijk krom zijn. Wij hebben jarenlang moeten knokken voor een goed inkomen en productierechten vergaard. Vervolgens zitten we met hogere lasten dan iemand die met melken begint.”

Volgens de melkveehouder heeft minister Verburg veel te veel gedanst naar het pijpen van de industrie, die graag de afschaffing van het quotum ziet. „Zodoende kan die industrie over onze rug nog hogere winsten maken. Verburg kwam in Brussel veel te weinig voor ons op.”

Of er hard gemolken gaat worden na 2015 weet Doppenberg niet. Hij weet wel dat als er 1 procent meer gemolken gaat worden, de prijs 5 procent naar beneden gaat. En dat stemt hem niet positief.

In het Zuid-Hollandse Goudriaan bevindt zich het melkveebedrijf van Jan en Hermineke Vonk. Met zo’n 60 stuks melkvee, 25 stuks jongvee en 10 paarden op 34 hectare heeft het gezin een vrij intensieve bedrijfsvoering. „We melken zo’n 17.500 kilogram per hectare”, aldus Jan Vonk. „Als we de kans krijgen, gaan we zeker grond bijkopen. Hier is grond genoeg te koop, maar die moet ook in de buurt van je boerderij liggen. En de prijzen liggen hier op zo’n 35.000 à 40.000 euro per hectare. Het is de vraag of je dat met melken kunt terugverdienen.”

Ondanks het feit dat de afschaffing van het melkquotum zorgt voor onzekerheid voor de melkveehouderij staat Vonk niet geheel afwijzend tegenover het verdwijnen van de reguleringsmaatregel. „In 1984 werd het quotum ingesteld. Men dacht toen dat de melkveehouderij uit Nederland zou verdwijnen. Achteraf is het melkquotum onze redding geweest omdat het zorgde voor een redelijk stabiele melkprijs. Ik melk nu bijna zes ton vol en ben er zeker van dat ik dat kwijt kan voor een redelijke prijs. Wat ik een groot nadeel van het quotum vindt, is dat je zo ontzettend veel moet investeren om omzetgroei te kunnen realiseren. Als ik zie wat ik de afgelopen jaren aan rente en aflossing heb betaald voor het vergroten van het quotum; ontzettend veel.”

Vandaar dat Vonk de laatste jaren niet meer geïnvesteerd heeft in melkquotum. Hij koos voor verbreding, om daarmee de omzet te vergroten. Behalve de melkveetak heeft het bedrijf nu ook een toeristische poot. Vonk heeft in 2008 een apart gebouw voor veertien bed & breakfastgasten op het bedrijf neergezet. „Als ik dit geld in quotum had geïnvesteerd, was ik acht jaar bezig geweest om het af te schrijven en nog langer om het terug te verdienen.”

Toch ziet de Zuid-Hollandse melkveehouder ook gevaren van het einde van de regulering. „Ik was vorig jaar in Amerika en het is schrikbarend wat een kaalslag daar heeft plaatsgevonden onder melkveehouders. Bedrijven met duizenden koeien gaan daar gewoon failliet en een groot aantal bedrijven melkt onder de kostprijs.” Volgens Vonk zal de mestwetgeving Europa sparen voor dergelijke ontwikkelingen. „De nitraatrichtlijn met grondgebonden productie gaat na afschaffing van het quotum als een van de regulerende factoren optreden. En verder stoppen in ons land momenteel veel agrarische bedrijven, ook melkveehouders. Eerst zullen we die vrijgekomen markt vol moeten melken en dat zal wel enige tijd vergen.”

Vonk denkt wel dat na de afschaffing van het quotum melkveebedrijven zullen verdwijnen als de prijzen lange tijd laag blijven, zoals in 2009. „Ik heb het bedrijf in 2006 overgenomen van mijn ouders en dan zit je, vooral in het begin, heel zwaar. Net op dat moment gingen de melkprijzen naar beneden, en dan is het even heel lastig. Bedrijven die hun zaken na de beëindiging van het quotum niet goed op orde hebben en geen ondernemerschap tonen, zullen eerder omvallen. Grote bedrijven net zo goed als kleine.

Toch vind ik dat het quotum ons als melkveehouderij onnodig veel geld heeft gekost. Ik ben het dus niet eens met de Dutch Dairy Board, die het quotum koste wat kost wil handhaven. En ik begrijp ook niet helemaal dat de SGP tegen afschaffing is. Het handhaven van het quotum kan melkveebedrijven op slot zetten, omdat investeringen voor groei te hoog worden. Voor zowel grote als kleine bedrijven geldt dat ondernemerskwaliteiten bepalend zijn. Ons imago hebben we mee, daar is al veel mee gewonnen en daar moeten we zuinig op zijn.”


Leven zonder quotum

De Europese Unie bouwt de beschermingsconstructie voor melkveehouders af ten gunste van de vrije wereldmarkt. Vanaf 2015 zullen Nederlandse melkveehouders het zonder melkquotum moeten doen. Deze melkquotering, die uit 1984 dateert, zorgde ervoor dat Europese melkveehouders grotendeels beschermd waren tegen heftige prijsfluctuaties op de wereldzuivelmarkt. De quotering remde ook een snelle schaalvergroting af. In de loop van de tijd steeg de prijs van het melkquotum gestaag tot 2 euro per kilogram melk in 2005. Door meer duidelijkheid over de afbouw van het systeem daalde de quotumprijs vanaf 2006.

Na de afschaffing van de quotering zal een flinke groei in het aanbod van melk ontstaan. De verwachting van de Rabobank is dat de Nederlandse melkplas met zo’n 20 procent zal groeien, van de huidige 11,5 miljard naar 14 miljard kilogram in 2020.

Van de huidige vier productiefactoren melkquotum, kapitaal, grond en arbeid zullen na 2015 vooral kapitaal en grond belangrijker zijn. Het is voor melkveebedrijven bijvoorbeeld heel belangrijk dat alle mest precies op de eigen grond kan worden geplaatst en er niet duur betaald hoeft te worden voor afvoer van overtollige mest. De concurrentiekracht van Nederlandse melkveehouders is op een aanvaardbaar niveau, maar de hoge vaste kosten zullen omlaag moeten. Grotere bedrijven zullen arbeid moeten aantrekken en de ruwvoerteelt en de opfok van jongvee uitbesteden. Een traditioneel gezinsbedrijf moet overstappen op verdergaande automatisering, zoals aanschaf van een melkrobot, en verder zullen neveninkomsten een grotere rol gaan spelen.

Verder moeten melkveehouders letten op de marges van de grote zuivelcoöperaties en supermarktketens. Dat gebeurt nu al door de Dutch Dairy Board (DDB) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). In principe verkopen de melkveehouders hun melk niet, maar leveren ze hun product aan een vaste afnemer en die volgt de prijs die door de vijf grote Nederlandse coöperaties wordt vastgesteld. Vooral de DDB hekelt de grote marges die de zuivelcoöperaties en supermarktketens nemen. Uit onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) blijkt dat melkveehouders 2 procent winst op hun product maken en dat de melkfabrieken en supers marges hebben van rond de 20 procent. De coöperaties zouden ten opzichte van hun afnemers genoegen moeten nemen met minder winst en meer aan de melkveehouders moeten uitkeren.

Volgens Hans de Bie, sectormanager food en agribusiness van Rabobank Nederland, wordt bij de Rabobank al jaren rekening gehouden met het verdwijnen van het quotum. Er staat weliswaar vaak een bedrag op de balans van een melkveebedrijf, maar dat wordt voor het beoordelen van de vermogenspositie van de melkveehouder niet meegenomen. Het verdwijnen van het quotum is voor de stoppende melkveehouders wel een groot probleem, omdat voor velen de waarde ervan hun pensioenvoorziening is.

Toch staat de Rabobank positief tegenover de afschaffing van het stelsel, met name vanwege de invloed op de hoge vaste kosten. De Nederlandse melkveehouders hebben vandaag de dag het hoogste aandeel vaste kosten in vergelijking met hun Noordwest-Europese collega’s. Hierdoor kunnen ze minder goed inspelen op de fluctuerende zuivelmarkt, vindt De Bie. Afschaffing van de quotering zal voor Nederland een positieve ontwikkeling zijn omdat hier een grote ambitie leeft om meer melk te produceren.

Een andere reden om de toekomst zonnig in te zien, is volgens De Bie de groei van de mondiale vraag naar zuivel. De Rabobank gaat er, bij normale economische ontwikkelingen, van uit dat die vraag jaarlijks met 2 à 3 procent zal groeien, waardoor de melkprijs ook na 2015 op niveau zal blijven. Wel zal de groei gepaard gaan met grotere fluctuaties dan nu het geval is. Daar zal de sector goed op moeten inspelen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer