„De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt…”
De oude Simeon zingt (Lukas 2:29): „Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord.” Jesaja zegt (57:2): „Hij zal ingaan in de vrede.” Even tevoren had de profeet gezegd dat de rechtvaardige weggeraapt wordt voor het kwaad. Dít is echter een nog hogere trap van hun geluk, zij gaan in vrede. Zij sterven in vrede. Met God verzoend zijnde, hebben zij vrede met God door onze Heere Jezus Christus.

Het werk der gerechtigheid zal vrede zijn. Zij bezitten vrede vanbinnen, een bevredigde consciëntie, die hen is als een gedurige maaltijd.

De vrede blijft hen bij, die beheerst hun hart en zinnen. Zij leggen hun hoofd in vrede neer. God zei tot Abraham (Genesis 15:15): „En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede.” Hij zou gaan met blijdschap. Hun gemoed is niet verschrikt, maar zij sterven in vrede. Het is: tot de dood, in de dood, over de dood.

Hun ziel gaat naar de hemel om te genieten de eeuwige vrede bij God, Die de God des vredes is.

Henricus de Frein,
predikant te Middelburg

(”Het zalig uiteinde der rechtvaardigen”, 1722)