Kerk & religie

Ferenc Postma: boegbeeld van Hongaarse studies

In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: 
prof. dr. Ferenc Postma (65). Deze week nam hij afscheid van de theologische faculteit van de Vrije Universiteit.

Klaas van der Zwaag
5 November 2010 06:37Gewijzigd op 14 November 2020 12:24
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

Ferenc Postma werd geboren uit het huwelijk van een Friese vader en een Hongaarse moeder. Daar is een schrijnende familietragiek aan verbonden.

„Mijn moeder kwam als zevenjarig kind vanuit Boedapest met een Rode Kruistrein naar Nederland om aan te sterken. Het was kort na de Eerste Wereld­oorlog, toen de leefomstandigheden in Hongarije bijzonder slecht waren. Mijn moeder werd samen met haar oudere broer op de trein naar Nederland gezet. Zij was zeven jaar en kon niet lopen, stel je voor: zeven jaar!”

Het was de bedoeling dat zij enkele maanden zouden blijven en daarna weer teruggaan. „Haar broer keerde terug, mijn moeder niet, omdat ze te zwak was. Zij heeft haar moeder –haar vader was tijdens de oorlog al over­leden– nooit meer teruggezien.”

Ferenc kwam ter wereld hoewel de gezondheid van zijn moeder zodanig was dat een bevalling menselijkerwijs gesproken niet mogelijk was, aldus Postma. „Zij was niet volgroeid. Het is een wonder dat ik er ben. Mijn moeder is na mijn geboorte weken ernstig ziek geweest. Later heeft ze nog een kind gekregen, dat echter levenloos ter wereld kwam. Ondanks haar zwakke gezondheid is mijn moeder 87 jaar oud geworden.”

Postma koos na zijn studie theologie bewust voor de wetenschap, niet voor het ambt. „Ik zag het niet als mijn roeping om predikant te worden, temeer omdat mijn vrouw, Margriet Gosker, dit wel werd. Eén dominee in de pastorie is wel genoeg, vond ik, anders krijg je misschien te veel concurrentie”, zegt hij lachend.

Postma ging werken als wetenschappelijk assistent bij de bibliotheek van de Vrije Universiteit, afdeling bijzondere collecties. Vanaf die tijd groeide zijn eigen boekencollectie, die inmiddels is uitgedijd tot vele honderden perkamenten banden. In zijn huidige woning –een voormalig doktershuis in Venlo– heeft hij eindelijk gelegenheid om zijn boeken een plek te geven.

In 1979 volgde de functie van wetenschappelijk onderzoeker voor de opbouw van een database Hebreeuws Oude Testament bij de werkgroep informatica. „We waren de eerste theologische faculteit in Nederland die onderzoek via de computer opzette.”

Postma sloeg zijn vleugels steeds meer uit naar het buitenland. Als Friese jongen had hij regel­matig in Franeker, vlak bij zijn woonplaats Dronrijp, rondgelopen. Maar pas tijdens een congres over Zwingli in het Hongaarse Debrecen stuitte hij op het feit dat vele honderden Hongaren destijds theologie studeerden aan de universiteit van Franeker, die in 1585 was gesticht. Het werd het begin van een intensief onderzoek naar de Hongaars-Neder­landse betrekkingen. Postma promoveerde in 1995 in Boedapest op de academische publicaties van Hongaarse studenten aan de Franeker universiteit.

Postma kijkt terug op een periode waarin veel in de universitaire wereld is veranderd, met name op het gebied van de oude Semitische talen. „Alles wat in mijn tijd, de jaren zestig, op de VU was opgebouwd, is weg. Deze talen zijn nu geconcentreerd bij andere universiteiten, vooral die van Leiden. Nu ben ik daar geen tegenstander van, want Leiden heeft op dit gebied veel meer in huis. Maar het was wel een groot verlies voor de Vrije Universiteit.”

Postma zit op zijn praatstoel als hij het heeft over de Hongaarse studenten in Franeker. „Honderden Hongaren trokken via Duitsland naar Friesland. Stel je eens voor wat voor een gevaarlijke reis dat was in die tijd. Ze werden onderweg soms overvallen en kwamen dan totaal berooid in Franeker aan. De Franeker hoogleraren hebben zich van het begin af aan erg voor de Hongaarse studenten ingespannen. Franeker gold als het calvinistische Sion tegenover het Babel van Leiden. Over het algemeen waren de 
Hongaren calvinisten, maar er zaten ook cryptocalvinisten onder, sommigen van hen waren uni­tariërs. Ze moesten zich als 
calvinisten aanmelden, anders werden ze niet toegelaten.”

Prof. Postma groeide op in een gereformeerde wereld. „Tijdens mijn jeugd in onze gemeente in Dronrijp gingen er altijd kandidaten uit Amsterdam voor. Ze logeerden dan bij mijn ouders, omdat mijn vader scriba was. Ik ben dus groot geworden met predikanten. Ik herinner me de levendige verhalen van de latere prof. C. van der Woude (Kampen, KvdZ) over de gereformeerde hoogleraar Sibrandus Lubbertus in Franeker.”

De basis van de Vrije Universiteit is wel erg breed geworden, constateert Postma. „Het onderwijs is praktischer, pragmatischer. Aan de andere kant heeft onze toen­malige decaan Brinkman de bakens op tijd verzet. De VU zou op een gegeven moment haar eigen predikantenopleiding verliezen. Maar dankzij Brinkman trok de universiteit verschillende theologische opleidingen aan en maakte ze een keerpunt mee.”

Postma vindt het boeiend om te zien dat zijn colleges exegese Oude Testament momenteel bezocht worden door een rijkgeschakeerd publiek. „Ik kom nu studenten in driedelig zwart tegen”, zegt hij, verwijzend naar studenten uit de Hersteld Hervormde Kerk. „Natuurlijk, we zijn het niet altijd met elkaar eens, maar wij hebben leuke discussies en soms stevige gesprekken. Maar er is dialoog, je denkt niet in tegenstellingen en vooral: je komt elkaar tegen. Deze periode is voor mij erg ontdekkend en stimulerend geweest.”

De gereformeerde wereld is verdwenen, maar er is iets anders voor in de plaats gekomen dat niet minder wezenlijk is, stelt Postma. „Onlangs was er een reünie van mijn christelijke lagere school in Dronrijp. Voorafgaand werd er een dankdienst gehouden in de oude hervormde dorpskerk. De gereformeerde kerk bestond niet meer, omdat die door fusie overbodig was geworden. Maar we begonnen die dag met een dienst in de kerk. En dan zit je weer in die oude kerk, die ooit vrijzinnig was. Dat was vroeger ondenkbaar! De oude gereformeerde wereld is weg, daar hoef je niet rouwig om te zijn. Ik heb mij in die wereld altijd thuis gevoeld; de betrokkenheid op God en Zijn kerk is gebleven.”


Ferenc Postma

Ferenc Postma werd op 30 oktober 1945 geboren in Groningen. In 1951 verhuisde het gezin naar het Friese Dronrijp. Postma studeerde vanaf 1966 tot 1976 Semitische talen en theologie aan de Vrije Universiteit. Hij werd assistent bij prof. Nic. H. Ridderbos (Oude Testament) en prof. Martin J. Mulder (Semitische talen). Na zijn studie bekleedde hij aan de VU verschillende functies. Hij werd in 1995 universitair docent Bijbelwetenschappen (parttime), in 1997 volgde de benoeming tot buitengewoon hoogleraar aan de Károli Gáspáruniversiteit in Boedapest, met als opdracht onderzoek naar de historische en intellectuele betrekkingen tussen Hongarije en Nederland. Deze betrekking eindigt formeel pas in 2015. Prof. Postma werd bij het symposium woensdag ter gelegenheid van zijn afscheid een doorstart als ”honorary fellowship” voor een periode van vijf jaar aangeboden. Hij kreeg dit van de VU-bibliotheek voor onderzoek naar het protestantse boek in relatie tot het historische Hongarije.

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer