Opinie

Dankdag

Gods zorg blijkt soms uit onverwachte 
voorvallen. Zo hielp ik mezelf vorige week in de problemen en ondervond ik juist daarin iets moois.

Annetje Takke

28 October 2010 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 12:18

Wat was het geval? Ik had iets groots gekocht. Met het winkel­wagentje bij mijn auto aangekomen, leek het me wat on­handig om mijn nieuwe aanwinst in de auto te tillen. Achteromkijkend zag ik twee jonge mannen naar hun auto slenteren. Op mijn verzoek waren zij bereid mij even te helpen. Echter, wat we ook probeerden: 
het gekochte artikel paste precies niet in mijn auto.

Daar stond ik in het donker op een bijna geheel verlaten parkeerterrein. Even flitste het door m’n hoofd om het gekochte artikel dan maar op het dak van mijn auto te leggen en het met m’n hand uit het raampje vast te houden, als een soort Afrikaanse vrouw, maar dan anders.

Ik voelde me ontzettend dom en onbeholpen en zei ietwat onthand: „Wat doe ik nu?” Naast mij klonk het antwoord: „Het bij mij in de auto leggen!” Mijn aarzelende tegenwerping dat ik nogal wat kilometers verderop woonde, veranderde niets aan het aanbod en even later leverden de mannen mijn aankoop keurig thuis af.

God zorgt. Met dankdag danken we daarvoor. In Zijn voorzienigheid onderhoudt Hij ons leven en houdt Hij de wereld in stand. Gods majesteit blijkt uit de grote werken van Zijn schepping. Bij bijzondere voorspoed en als het kwade ons treft, gaan onze gedachten uit tot God. Laten we echter de kleine dingen niet vergeten.

In het ziekenhuis valt me dat ook steeds weer op. Aandelenkoersen en indruk­wekkende carrières tellen niet meer als je bent opgenomen. Als patiënt ben je terug bij af en als bij een baby blijken heel basale dingen opeens van levensbelang. En wie kent niet de situaties in het verkeer, dat je denkt: Dat ging maar net goed? De vraag is niet óf God zorgt, het gaat erom of we het willen zien dát Hij zorgt!

Volgende week is het dankdag. We mogen God onze dank brengen voor gewas, arbeid en alles wat ons bestaan omvat. Maar 
hoe doe je dat als je gewond bent geraakt door de rauwe werkelijkheid van dit leven? 
Als je verbijsterd staat door de ellende die je treft, of waar je mee geconfronteerd wordt? 
Als je toch je baan bent kwijtgeraakt? 
Of arbeidsongeschikt bent geworden? Of je echt­genoot je onverwacht door de dood is ontvallen? Of je huwelijk definitief is gestrand?

De catechismus leert ons onze ogen te openen voor Gods voorzienigheid in 
voor- en tegenspoed. Ook als het kwade 
ons treft, is Gods vaderlijke hand niet af­wezig. Het is mooi dat het er staat, 
maar dit te beleven is nog wat anders. 
Wat kan dat moeilijk zijn! Had God al dit onheil niet kunnen voor­komen? Had Hij ons vurige gebed niet kunnen verhoren? Waaruit blijkt dan Zijn almachtige en 
alomtegenwoordige kracht? Of schort er soms wat aan Zijn liefde, aan Zijn goede bedoelingen met ons?

Ook in de Bijbel lezen we voorbeelden waarin Gods kinderen soms haast op aanmatigende toon God ter verantwoording roepen over hun levenslot. Wat een zorg van God dat Hij ook deze Bijbelwoorden aan ons heeft gegeven. De Heere deinst niet terug voor de radeloze opstandigheid die ons kan overspoelen. Jezus is een Hogepriester, Die net als wij verzocht is geweest, maar zonder zonde. En zelfs Hij heeft het ”waarom?” uitgeschreeuwd.

Dankt God in alles. Dat kan, want de 
Bewaarder van Israël sluimert en slaapt niet. Bij onze doop heeft God beloofd dat 
Hij het kwade van ons wil weren of wil doen meewerken ten goede. Zijn beloften zijn betrouwbaarder dan onze waar­nemingen van de werkelijkheid. Hij kan niet liegen. Bij God zijn we in goede 
handen. Zelfs in een dal der schaduw des doods.

De auteur heeft een managementfunctie in een ziekenhuis. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer