Geen vrede
Jesaja 48:22
„Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de Heere.”
Geen vrede te hebben in de eeuwigheid is de ergste staat die bedacht kan worden. Dit werd echter gezegd van de goddelozen: zij hebben geen vrede. De profeet stelt het huis van Jakob hun gruwelijke zonden waaraan zij schuldig stonden voor ogen. Zij waren huichelaars, hardnekkige verachters van God, van Zijn Woord en van Zijn beloften. Hoewel zij om deze gruwelen het verderf verdiend hadden, was de Heere nog lankmoedig en beloofde Hij hun vertroosting uit Babel, door Cores.
De Heere vermaant met veel ernst tot bekering. Hij spreekt opnieuw over hun verlossing uit Babel en besluit met de ellende van de goddelozen: „De goddelozen hebben geen vrede, zegt de Heere.”
Opmerkelijke woorden, geliefden. Ik ben bang dat bij de meesten van u de oorlog met God voortduurt, omdat ‘men’ leeft zonder met Hem bevredigd te zijn. Voor hen heb ik een harde boodschap. Toen Joram Jehu zag (2 Kon. 9:22), zei hij: „Is het ook vrede, Jehu?”
Henricus de Frein, predikant te Middelburg
(”De ongelukkige staat der godlozen”, 1722)