„Ik denk dat de economie sterker zal groeien dan in het afgelopen jaar, hoewel de omvang van die groei en het moment waarop de economie weer aantrekt onduidelijk blijven”, aldus Greenspan tegenover de commissie financiën van het Huis van Afgevaardigden.

De Fed-voorzitter noemde verschillende positieve factoren, zoals het einde van de oorlog in Irak, die het uitgavenpatroon van consumenten en bedrijven volgens hem negatief heeft beïnvloed. Het consumentenvertrouwen was volgens het researchinstituut Conference Board in New York ook toegenomen in april. Daar staat echter tegenover dat de index van de National Association of Purchasing Management in Chicago zakte van 48,4 in maart tot 47,6 in april. Een index lager dan 50,0 duidt op verminderde industriële activiteit in de VS.

Volgens de Fed-voorzitter zal de komende maanden veel afhangen van nieuwe investeringen door het bedrijfsleven. „Als de terughoudendheid van het bedrijfsleven ten aanzien van nieuwe investeringen aanhoudt, kan dat het herstel van de economie afremmen”, zo verklaarde Greenspan. Verder waarschuwde hij voor de mogelijkheid van „een te ver doorschieten van de anti-inflatiedruk” (lees: deflatie).

„De Fed-voorzitter was beslist minder optimistisch dan sommigen hadden verwacht”, zo concludeerde David Rosenberg, chef-econoom van investeringsbank Merrill Lynch.

Ten aanzien van de plannen voor belastingverlaging van president Bush bleef Greenspan bij zijn eerdere kritiek. Zulke plannen hebben alleen zin als er tegenover de verminderde inkomsten ook uitgavenbeperkingen staan. Vermindering of verdwijning van belasting op dividend juicht Greenspan toe, maar hij waarschuwt tegelijkertijd voor het gevaar van een stijgend financieringstekort. Dat kan de rente omhoog duwen, waardoor geld dat bedrijven nodig hebben voor hun investeringen weer duurder wordt.