Vingers aflikken
Misschien weet u het nog. Begin september staakten Rutte, Verhagen en Wilders de onderhandelingen over een rechts kabinet. Oorzaak? Wilders vertrouwde het CDA niet. Er waren immers dissidenten in die fractie. Rutte was erg teleurgesteld. In de media vertelde hij dat ze al heel ver waren met de tekst van het regeerakkoord. ‘Rechts Nederland zou er zijn vingers bij afgelikt hebben’, zo merkte hij op.
Bijna twee weken terug kwam de beeldspraak van ”de vingers erbij aflikken” weer langs. Rutte kon trots berichten dat de onderhandelaars er toch uitgekomen waren. Maar nu was het héél Nederland dat zijn vingers erbij zou aflikken. Aldus de liberale voorman. Dat bleek echter niet het geval te zijn. Met veel politiek gespin wist het CDA de gelederen te sluiten en zich achter het akkoord te stellen. Er zijn CDA-Kamerleden die duidelijk niet hun vingers aflikken bij dit akkoord. Of die nu mastodonten, dissidenten of loyalisten heten, daar zijn ze nog niet uit, heb ik begrepen.
Je kunt er lange bespiegelingen aan wijden, maar ik durf de stelling aan dat dit kabinet wel eens het beste van het slechtste zou kunnen zijn – in de onmogelijke politieke verdeeldheid waarin ons land verkeert sinds 9 juni. Mede omdat de SGP een bijzondere rol kan spelen. Voor de uitvoering van een regeerakkoord dat op kernonderdelen steunt op 76 Kamerzetels zijn 2 extra Kamerzetels niet te versmaden. Dat hebben de onderhandelaars zich ook gerealiseerd. De bewijzen daarvan zijn terug te vinden in het akkoord: niet meer koopzondagen en de onderwijsvrijheid blijft intact.
Toen ik het akkoord rustig doorlas, kwam die beeldspraak van vingers aflikken soms weer terug. Er staan absoluut nuchtere zaken in, waar Nederland zijn winst mee kan doen. Maar op andere momenten was het meer het slikken van een bittere pil. Dan denk ik aan de gemiddeld 900 miljoen euro die Nederland jaarlijks gaat bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Terwijl het budget daarvoor al met honderden miljoenen gedaald was. Zeker, in mijn vorige bijdrage schreef ik dat we in de huidige situatie dankbaar mogen zijn voor elke meevaller. En ik prijs het CDA dat het een totale kaalslag wist te voorkomen op dit terrein.
Maar het blijft moreel onverteerbaar dat we wel extra geld hebben voor 500 dierenpolitieagenten –mogen die ook op dieren schieten als ze voor mensen gevaarlijk worden, of alleen op mensen als ze voor dieren gevaarlijk worden?– en voor meer asfalt. En dat we niet evenveel, maar zelfs minder over hebben voor de armen ver weg, die dubbel hard getroffen worden door de economische crisis.
Met die bezuiniging zijn we er echter nog niet. Want het geld dat overblijft is ook niet veilig. Op diverse plaatsen in het regeerakkoord lees ik dat men dingen met ontwikkelingsgeld wil financieren die niet rechtstreeks aan armoedebestrijding bijdragen. Zoals militaire vredesmissies of weeshuizen in Nederland om minderjarige asielzoekers tijdelijk op te vangen. Ja, tot op zekere hoogte is dat internationaal niet verboden. Maar je mag toch wel de kritische vraag stellen wat arme Afrikanen daaraan hebben. Waarom draaien de ministeries van Defensie en Justitie daar niet voor op? Dat is toch veel logischer? Het hulpbudget verwordt tot een parkeerplaats voor lastige bezuinigingsposten.
Nu even het bruggetje naar die interessante SGP. Die voorspelbare partij doorbrak in de zomervakantie de staatsrechtelijke mores dat de fractievoorzitter naar de informateur gaat – hij zat op dat moment namelijk in een ontwikkelingsland, jawel, en vaardigde de tweede man af. De SGP heeft hart voor de armen. De partij is er bijvoorbeeld tegen dat hulpgeld ingezet wordt voor allerlei dingen waar de armen niets aan hebben.
Ligt hier geen schone taak om die strategische positie op cruciale momenten te benutten? Om steun voor bepaalde lastige beslissingen uit te ruilen tegen het behoud van het goede op het terrein van ontwikkelingssamenwerking? Met mogelijk een VVD-minister voor Buitenlandse Zaken kon dat nog wel eens nodig zijn.
Men kan redeneren: ja, maar voor ontwikkelingssamenwerking steunt dit kabinet toch niet op de PVV. Daarvoor moeten VVD en CDA sowieso al de steun verwerven van oppositiepartijen, waarvan de meeste van huis uit begaan zijn met armoede wereldwijd. Dat is waar. Maar geen enkele oppositiepartij heeft de scharnierpositie van de SGP. Ik hoop dat we onze vingers kunnen aflikken bij de strategische opstelling van deze fractie in de komende tijd.
De auteur is coördinator beleidsbeïnvloeding Woord en Daad. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl