Kerk & religie

Rechtszaak tussen kerken definitief afgesloten

APELDOORN – Zes hersteld hervormde (wijk)gemeenten hebben besloten niet in cassatie te gaan in de verklaring-voor-rechtprocedure tegen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Daarmee is een van de meest omvattende kerkelijke rechts­zaken van de afgelopen decennia definitief afgesloten. De preses van de PKN is blij met de beslissing.

7 October 2010 13:39Gewijzigd op 14 November 2020 12:03
Zes hersteld hervormde (wijk)gemeenten hebben besloten niet in cassatie te gaan in de verklaring-voor-rehctprocedure tegen de PKN. Foto
Zes hersteld hervormde (wijk)gemeenten hebben besloten niet in cassatie te gaan in de verklaring-voor-rehctprocedure tegen de PKN. Foto

De hersteld hervormde (wijk)­gemeenten van Katwijk aan Zee, Nederhemert, Ouddorp, Voorburg en Vriezenveen willen niet uitvoerig uitleg geven over hun beslissing om niet in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Woordvoerder J. van Ooijen, scriba van de hersteld hervormde gemeente van Nederhemert, wil wel kwijt dat alle gemeenten afzonderlijk tot de beslissing zijn gekomen om te stoppen. „Er waren in de uitspraak van het gerechtshof van Arnhem best wel ernstige onjuistheden waarop we hadden kunnen doorgaan. Maar we hebben toch besloten dat niet te doen.”

Of die beslissing onder andere genomen is op advies van de advocaten van ‘de zes’, mr. P. J. den Boef en mr. drs. Th. F. Roest, wil Van Ooijen niet zeggen. „Voor de ene gemeente zullen weer andere argumenten doorslaggevend zijn geweest dan voor de andere, maar de beslissing is dezelfde.”

De preses van de PKN, ds. P. Verhoeff, zegt desgevraagd dat de kerk nog geen officiële bevestiging heeft van de betrokken gemeenten. „Maar als het bericht juist is, zijn we zeer blij dat deze zaak hiermee tot een einde is gekomen. Dat betekent ook dat de commissie voor bijzondere zorg haar werk helemaal kan afronden en wij als kerken, ook op plaatselijk vlak, verder kunnen.”

Met de beslissing om niet in cassatie te gaan bij de Hoge Raad komt er een definitief einde aan een van de opvallendste kerkelijke rechtszaken van de afgelopen jaren. Reeds voor de fusie van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk tot de PKN op 1 mei 2004, besloot in december 2003 een vijftigtal hervormde gemeenten een zogenaamde verklaring-voor-rechtprocedure te starten. Inzet van dit proces was dat de rechter zou uitspreken dat de gemeenten met behoud van naam en goederen buiten de PKN zouden mogen blijven.

Omdat het hier ging om een bodemprocedure duurde het proces jaren. Uiteindelijk deed de Utrechtse rechtbank op 
12 maart 2008 uitspraak. Alle eisen van de gemeenten werden afgewezen. Na intern beraad besloot het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) de gemeenten te adviseren niet in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. Zes hersteld hervormde (wijk)gemeenten besloten dit toch te doen.

Het gerechtshof in Amsterdam, met nevenzittingsplaats Arnhem, deed op 24 augustus 2010 uitspraak in dit hoger beroep en wees opnieuw alle eisen af. De gemeenten hadden nog kunnen besluiten om de zaak voor te leggen aan de hoogste rechts­instantie, de Hoge Raad. Gisteren is echter bekend­gemaakt dat ze van dat recht geen gebruik zullen maken.

Tijdens de duur van de bodemprocedure zijn er tal van kort gedingen gevoerd door hervormde en hersteld hervormde gemeenten over de plaatselijke kerkelijke goederen. De rechters hebben steeds uitgesproken dat de Nederlandse Hervormde Kerk door de fusie is opgegaan in de PKN, waardoor hervormde gemeenten in de PKN in juridisch opzicht de opvolgers zijn van de hervormde gemeenten in de Hervormde Kerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer