Opperrabijn Metzger: Sommige leiders misbruiken religie
ARNHEM – „Religie zou voor vrede op aarde moeten zorgen, maar er zijn leiders die godsdienst voor hun eigen doeleinden gebruiken. Dan komt er geen vrede maar oorlog en geweld.”
Op de vraag hoe het komt dat godsdiensten op aarde vaak tot gewapende conflicten leiden, hoefde de Israëlische opperrabbijn Yonah Metzger woensdag niet lang na te denken. Metzger sprak en beantwoordde vragen op een door Christenen voor Israël belegde bijeenkomst voor predikanten en theologisch geïnteresseerden in de synagoge in Arnhem.
In zijn inleidende woorden citeerde Metzger, de opperrabbijn voor de Azjkenazische gemeenschap, Jesaja 60 vers acht ”Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk, en als duiven tot haart vensters?” om de terugkeer van de Joden naar het land Israël aan te geven. „Sommige joden uit de diaspora kwamen vrijwillig naar het heilige land. Zij kwamen als duiven, gebruikende hun eigen vleugels. Maar er kwamen er ook als wolken gedreven door de wind. Zij werden gedwongen. Velen kregen te horen “Juden raus!””
De terugkeer van de joden heeft er na 62 jaar voor gezorgd dat er weer een Israëlische staat is. „Het land is zo klein op de landkaart dat je vingertop het volledig bedekt. Maar ondanks dat het zo klein is, praat iedereen over het land. Het is voortdurend in het nieuws.”
De nieuwsberichten stemmen Metzger niet altijd vrolijk. „Wij joden worden vaak ten onrechte van allerlei zaken beschuldigd. Neem wat er in Gaza is gebeurd. Voor mij is een synagoge, een moskee of een kerk een heilige plaats die je niet voor geweld mag gebruiken. Maar wat vonden onze soldaten twee jaar geleden bij de oorlog in Gaza onder een Koran: een boobytrap.”
Metzger riep in herinnering dat Israël vijf jaar geleden Gaza aan de Palestijnen gaf. „We dachten dat hier een boodschap van zou uitgaan. Ons streven was land voor vrede, maar de Palestijnen legden het uit als zwakte van onze kant. Wat gingen ze doen in Gaza? Ze gingen niet het land bebouwen, maar gebruikten het om ons te beschieten.”
Op de vraag of Israël geweld mag gebruiken antwoordde Metzger dat „je iemand mag doden als hij komt om jou te doden.”
En op de vraag of Israël land voor vrede mag ruilen, stelde Metzger een wedervraag: „Zullen de Palestijnen hun woord houden? Een van onze standpunten is bijvoorbeeld dat we geen heilige plaatsen teruggeven. Er zijn rabbijnen die zeggen dat je land mag afstaan om levens te beschermen. Maar dat kun je niet doen als de Palestijnen hun woord niet houden.”
Metzger voegde hieraan dat het afstaan van land altijd wordt voorgelegd aan defensiespecialisten. „Als zo’n deskundige zegt dat het onverantwoord is, ben je suïcidaal als je het wel doet.”
Een voor joden en moslims heilige plaatsen is de Tempelberg in Jeruzalem. „Onze aanspraken op de Tempelberg zijn ouder dan de islamitische. Veelzeggend vind ik bovendien dat als moslims in de al-Aqsamoskee bidden ze dat doen met de rug naar Jeruzalem en met het gezicht naar Mekka. Voor hen is dat dé heilige stad.”
De opperrabbijn maakte daarbij de kanttekening toe dat „onze grootouders in een tijd leefden met Hitler, Stalin en Mao die miljoenen mensen hebben omgebracht. Wij mogen blij zijn met onze huidige leiders.”
Anderzijds hebben wij Bin Laden, aldus Metzger. „Hij wil dat we allemaal moslim worden. Vanuit zijn religie ontwikkelt hij terroristische ideeën. We geven daarom miljoenen uit om mensen tegen te houden die ons willen opleggen wat we moeten geloven.”
Voor Metzger moet religie geen strijdpunt zijn. „We moeten elkaar met respect tegemoet treden. Laten we met elkaar van gedachten wisselen.”
Metzger is een voorstander van dialoog met andere geloofsgemeenschappen. Eind 2004 lanceerde hij het idee om in Jeruzalem te komen tot de vestiging van de religieuze Verenigde Naties. „Religie brengt vrede. Helaas wordt religie vaak voor politieke doeleinden gebruikt. Dat zie je nogal eens in de islam, maar dat stuit mij tegen de borst.”
Dat het anders kan bewees de ontmoeting in Arnhem, zei Metzger. „Als Abraham ons zou zien zou hij blij zijn, omdat wij als joden en christenen als zijn zonen in vrede samenzijn. Ondanks de verschillen is er meer dat ons bindt dan dat ons scheidt.”