„Predikant zonder gebed is schadelijk”
DOORN – „Predikant-zijn staat of valt met het gebedsleven. Arme gemeente met een predikant die geen man van gebed is. Dat brengt schade toe.”
Dat zei ds. M. Goudriaan gisteren. De hervormde predikant van Veenendaal was een van de sprekers op de ontmoetingsdag van studenten theologie die gerekend worden tot de zogenoemde ”late roepingen”, veelal deeltijdstudenten. De dag in Hyde Park te Doorn was georganiseerd door het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
Ds. Goudriaan sprak over ”Het gebedsleven van de predikant”. „Net als voor ieder ander is het nodig dat ook een predikant een mens van gebed is”, zei hij. Het pastorieleven kent, naast voordelen en zegeningen, ook moeiten en gevaren. „Daarom is er gebed voor het pastoriegezin nodig en ook gebed in de pastorie zelf. Er wordt wel eens gesproken over een stuk eenzaamheid in de pastorie. Die zou wel eens minder kunnen knagen als we meer biddend voor Zijn aangezicht zouden leven.”
De Veenendaalse predikant wees op de noodzaak van het gebed van de predikant met het oog op zijn ambtelijk leven bij de voorbereiding van de prediking. Het houden van een preek mag volgens hem tot gebed leiden, evenals de tijd na de preek. „Met het oog op het gebedsleven rond de prediking is het nodig voortdurend geworpen te worden op de beloften van God”, aldus ds. Goudriaan.
Verkilling en verschraling in de dienst, een zekere mate van plichtmatigheid en gemaaktheid zijn de gevaren die voortvloeien uit een leven met weinig gebed. „Als u eens het ambt van predikant zult bekleden, zult u misschien geen man met buitengewone talenten zijn. Geen nood, als u maar wel een man van gebed zult zijn. Van de Heere kunt u leren biddend te leven.”
De predikantsvrouw staat niet meer op zo’n voetstuk als misschien twintig jaar geleden, zei de IJsselsteinse predikantsvrouw en presidente van de predikantsvrouwencontio, A. M. Tekelenburg-Pot, tegen de partners van de studenten. Leven in de pastorie is volgens haar leven in een glazen huis. „Je kunt daar heel verschillend in zitten. Je bent bijzonder, bijzonder gewoon en gewoon bijzonder. Het belangrijkst is: blijf jezelf. Doe iets in de gemeente wat bij je past. Je kunt nooit aan ieders wensen voldoen. Doe geen masker op, speel geen rol, want je houdt het niet vol.”
Over ”De christelijke hoop”, sprak ds. G. van Meijeren, interim-predikant in dienst van de landelijke kerk. Dit jaar staat ”hoop” centraal als thema van de Protestantse Kerk in Nederland, in het kader van de drieslag geloof, hoop en liefde. Op allerlei manieren zit hoop in de lucht, zei ds. Van Meijeren. Maar welke hoop houdt er stand, zo vroeg hij zich af. „Cruciaal is wat de grond is van onze hoop. Het Bijbels getuigenis aangaande de hoop spreekt van vastheid en vertrouwen. Die hoop rust in God en Zijn beloften. Die hoop rekent niet met kansen, maar met zekerheden.” De hoop berust op heilsfeiten die uitlopen op het kruis en de opstanding, zei ds. Van Meijeren.
Augustinus
Ds. J. B. ten Hove, predikant te Katwijk aan Zee, sprak gisteravond over ”De actualiteit van Augustinus”. Augustinus kan worden geschaard onder de zogeheten late roepingen. „Hij is een van de mensen die mij persoonlijk hebben gevormd. Augustinus heeft de twijfel over God en Zijn Woord in de meest existentiële zin doorworsteld. Vanuit zijn pastorale praktijk en vanuit zijn eigen hart weet hij hoeveel ”ja maars” mensen kunnen bedenken. Zijn denken over de kerk heeft mij geholpen bij het bepalen van mijn positie in de kerkelijke verwarring rond de fusie en de breuk van mei 2004”, aldus ds. Ten Hove.