„Er klinkt nooit een wanklank in ons orkest”

„Speel niet te fragmentarisch en zorg dat alle loopjes duidelijk overkomen. Ik begin weer bij maat 212. Tiradadida.” Bert Kosmeier voert de leden van het Provinciaal Senioren Orkest Groningen onvermoeibaar door de partituur. De slagwerkers tellen binnensmonds mee. Veel blazers tikken de maat met de rechtervoet.

5 October 2010 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 12:01
Foto Enno Achterhof
Foto Enno Achterhof

Het is woensdagmiddag. Zo’n zestig senioren repeteren in het Gerard Samponhuis, gelegen in het stadspark van Groningen. De combinatie van het lage plafond met een keur aan bugels, trompetten, saxofoons, tuba’s, hoorns, eufonia en trombones zorgt ervoor dat de ruimte zich vult met geluid. Het lijkt de musici niet te deren. Vol overgave blazen en slaan ze hun partij. Ordeproblemen kent de dirigent niet. Als hij orkestleden een halt toeroept om iets uit te leggen of wanneer hij de vinger bij een onzuivere passage legt, klinkt er hooguit wat geroezemoes.

Aan het begin van de pauze komt de voorzitter van het fanfareorkest, Dirk Wijkstra, aan het woord. Hij stipt alledaagse zaken aan. „Wil iedereen de 22 euro voor het diner overmaken? Onze oude vestjes proberen we via Markplaats te verkopen. Wie beschikt er over een aanhangwagen? Een orkestlid kan tachtig pallets verkopen. Dat levert ons weer wat euro’s op.”

Na de slotzin van de voorzitter krijgen de musici een kwartier om op adem te komen. Nestor Klaas Kruisinga (85) gebruikt die tijd om zijn zegje te doen. „Het orkest bestond vorige maand een kwarteeuw. Ik doe inmiddels 24 jaar mee.” Het oudste orkestlid speelt 78 jaar althoorn en is ook lid van de harmonie in zijn woonplaats Winschoten. „Ik kan nog prima meekomen. Muziek maken is heerlijk. Ik fleur er altijd weer van op. Studeren? Ja, dat moet wel, maar ik doe het nooit. Ik drijf op mijn ervaring.”

Aangeven wat het seniorenorkest speciaal maakt in vergelijking met de harmonie in Winschoten vindt de nestor lastig. „Ik heb hier meer aansluiting. Misschien omdat het ouderen betreft. Het is heel gezellig en er klinkt nooit een wanklank.”

Roel van de Riet is twee maanden jonger dan de nestor en lid vanaf ongeveer het eerste uur. Sinds januari 1986 blaast hij zijn partij op eufonium mee. Hij noemt de prettige sfeer eveneens als een reden om tweewekelijks aan te treden. Maar ook de muziek telt zwaar. „Muziek betekent veel voor me. Ik ben jarenlang kerkorganist geweest. Vrijwel elke dag studeer ik zo’n drie kwartier op mijn eufonium. Ik probeer dat zo lang mogelijk vol te houden.”

Van de Riet waardeert het dat uitvoeringen op zondag taboe zijn. „De meeste leden zijn kerkelijk. Daarom is afgesproken niet op zondag op te treden.”

De pauze is voorbij. Het vervolg van de repetitie klinkt aarzelend en onzuiver. Kosmeier slaat af. Gelach klinkt. De dirigent probeert iedereen weer in het gareel te krijgen. „Graag allemaal tegelijk starten in E. Eén, twee, drie…”

Dit is het eerste deel van het tweeluik over het Provinciaal Senioren Orkest Groningen. Volgende week deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer