Echte probleem van ongelovige: zijn opstand tegen God
„Onwetendheid maakt deel uit van de gevallen staat van de mens. Het Evangelie verlicht het verstand en werpt licht op deze wereld. Het wijzen op God als schepper, op Zijn activiteit als Rechter en als Degene die Jezus opwekte uit de dood, kan blijkens Handelingen 17 tot bekering leiden. Toch moeten we ons vertrouwen niet op klaarblijkelijkheden stellen, maar op de Heilige Geest.”
Op de vlakbij Dijon georganiseerde Colloque Biblique Francophone hield ds. Mark Troughton woensdag een pleidooi voor apologetische evangelisatie. Troughton, predikant in een Zwitserse gereformeerde baptistenkerk, constateerde dat er in een postchristelijke wereld talloze internetsites aan apologetiek gewijd zijn, waar je veel van kunt leren.
Het argumenteren met wat waarschijnlijk is, heeft zijns inziens ook schaduwzijden. „Het doet een krachtig beroep op de menselijke wil om tot de waarheid of het tegendeel ervan te besluiten. Het echte probleem is echter moreel. De ongelovige is niet ongelovig omdat de bewijzen onvoldoende zijn, maar omdat hij opstandeling tegen God is. Bovendien biedt het uitsluitend hanteren van waarschijnlijkheidsargumenten een ontsnappingsroute: Ik geloof niet, omdat de argumenten me niet overtuigd hebben.”
Prof. Daniel Arnold, oudtestamenticus aan het Emmaüs-instituut in het Zwitsers Vaud, sprak de eerste van een drietal lezingen over 1 en 2 Koningen uit. Na een structuuroverzicht ging hij in op de hoofdthema’s van wat hij omschreef als een geschiedenis van steeds verder gaande ontsporing. „De geschiedschrijver maakt er opmerkzaam op dat afgoderij de oorzaak van deze afdwaling was. Opvallend is nu dat God Zijn oordeel opschort. Vaak krijgen koningen te horen dat de straf na hun dood zal komen, zoals de scheuring van het rijk na Salomo’s sterven. Daarentegen, als een profeet in de fout gaat, vindt er snelrecht plaats. Zo doodde een leeuw de profeet die zich door een collega van Gods bevel liet afleiden.”
Arnold ziet een drietal redenen voor het uitstellen van het oordeel. „Uitdrukkelijk wijst de bijbeltekst ons op het verbond met het huis van David. Daarnaast is er het geduld van God. In de woestijn straft Hij het volk direct, in de koningentijd niet.
Van belang is ook de afstand tussen de Heere en Zijn volk. Toen het volk per se een koning wilde, kwam deze tussen God en het volk in te staan. Het was de verantwoordelijkheid van de koning het volk in de rechte banen te leiden met de hem verschafte rechtsmiddelen. Aan de profeten, als woordvoerders en getuigen van God, moest te zien zijn hoe God was. Daarom laat Hij bij hen meteen merken hoe heilig en rechtvaardig Hij is. Je zou een parallel kunnen trekken tussen de profeten enerzijds en de kerk en de christen anderzijds.”
Desgevraagd zei Arnold niet precies te kunnen aangeven waarom God in het ene tijdperk meer geduld oefent dan in het andere. „Hij is soeverein. Al handelt Hij volgens dezelfde principes, de tijdstippen kiest Hijzelf.”
Ds. David Vaughn, predikant van de gereformeerde baptisten in het Zwitserse Gré-sivaudan, rondde zijn toespraken over George Whitefield af door in te gaan op diens betekenis. Van de achttiende-eeuwse Engelse opwekkingsprediker valt volgens Vaughn veel te leren omdat hij een „ervaringscalvinist” was, ofwel een calvinist van de bevindelijke soort. „Hij stond niet zomaar voor leerstellige waarheden, maar was erdoor gegrepen. Gods genade verandert het hart. De uitspraken van ”de eerste grote vriend van de zwarte Amerikanen” bereidden bovendien de afschaffing van de slavernij voor.” Vaughn uitte grote waardering voor Whitefields bijbelse prediking, die de hoorders overduidelijk maakte dat ze zichzelf op geen enkele manier konden helpen. „Hij was echter zeker geen hypercalvinist. Direct moesten de mensen naar Christus gaan, om op Hem hun hoop te vestigen. Voordat ze op de universiteit van de uitverkiezing kwamen, moesten ze eerst naar de basisschool van het geloof.”
Op de vraag hoe het succes van Whitefields prediking, binnen het kader van Gods soevereiniteit, verklaard kan worden, vestigde Vaughn de aandacht op de bijbelse inhoud, de vurige oprechtheid, de directe benadering, de liefdevolle uitstraling en de eenvoud ervan.