De stamtafel in de kerk
Titel:
”Op weg naar de Herberg”
Auteur: Jan Hendriks
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2002
ISBN 90 435 0586 2
Pagina’s: 160
Prijs: € 14,90. Het ideaal van een kerk die open en gastvrij is, spreekt velen aan. ”De gemeente als herberg”, zo luidt de titel van het boek dat dr. J. Hendriks daarover eerder schreef. In die herberg is iedereen welkom. Alles draait om gastvrijheid. De gast staat er centraal. Het gaat er om de solidariteit met mensen, het beleven van gemeenschap en het zoeken naar de omgang met God.
Dr. Hendriks, oud-hoofddocent gemeenteopbouw aan de Theologische faculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam, heeft in de loop der jaren veel contact gehad met parochies en gemeenten die met zijn concept aan de slag gingen. Daaruit is nu het boek ”Op weg naar de Herberg” ontstaan.
Het is geschreven voor hen die het ideaal van de open en gastvrije gemeente prachtig vinden, maar niet goed weten hoe ze daarheen op weg kunnen gaan. Aan de hand van allerlei praktijkverhalen wijst Hendriks die weg. Veel daarvan is ook te vinden op de site van de virtuele herberg die bij deze publicatie hoort: www.opwegnaardeherberg.nl.
Gereformeerde visie
Onder degenen die vorm willen geven aan een open en gastvrije gemeente vinden we rooms-katholieken, doopsgezinden, Nederlands gereformeerden, Samen op Weg-gemeenten en leden van de Nederlandse Protestanten Bond. Aan de gereformeerde gezindte gaat deze beweging blijkbaar voorbij. Daar is ook wel reden toe. De gemeente als herberg staat ver af van een gereformeerde visie op de kerk. De ware kerk is immers allereerst te herkennen aan de reine prediking van het Evangelie.
Hendriks waarschuwt echter dat de gastvrijheid haar karakter verliest wanneer die wordt gezien als een opstapje naar iets anders: mensen met woorden over God en Jezus vertellen. „De kerk heeft de hoge roeping tot het schenken van koffie en aandacht.”
Toch mag er wel over God gesproken worden. Een diaconaal predikant vraagt: „Waarom zou je aan al die zoekers niet die stem mogen laten horen, dat er iemand is die van je houdt. En dat wij die ”iemand” God noemen?”
Gastvrijheid
Als we kijken naar wat de gasten in de herberg wordt voorgezet, stelt dit boek teleur. Het bevestigt ook de waarneming dat de kaalslag in de kerk zich vooral daar voordoet waar men water bij de wijn van de bijbelse prediking heeft gedaan.
Maar het is gemakkelijk om dan van een afstand te zeggen: „Eigen schuld.” We doen er, wanneer we gemeente willen zijn naar Schrift en belijdenis, beter aan om eerst kritisch naar onszelf te kijken. Ook wanneer we vinden dat in de kerk niet de gast, maar Christus en het Woord van God centraal moeten staan, is het de vraag hoe het dan bij ons zit met de gastvrijheid.
Hendriks schrijft over de spanning die we beleven tussen openheid en identiteit. De gedachte is dat meer openheid ten koste gaat van de identiteit en dat het sterker benadrukken van de identiteit automatisch ten koste gaat van de openheid. Volgens Hendriks is dit een verkeerde tegenstelling. „Wie geen boodschap heeft áán mensen, heeft ook geen boodschap vóór mensen.”
Hij kiest voor een gespreksmodel waarin aan beide recht wordt gedaan. Helaas klinkt de boodschap voor mensen daarin toch maar minimaal door. Een voorbeeld daarvan vormen de Thomasvieringen in Arnhem: „God wordt gezocht in gebeden, in liederen, in een bijbellezing en de eigentijdse vertolking daarvan in begrijpelijke taal, toneel, dans, dia’s of in het optreden van een clown.”
Verstaanbaar
Wanneer Hendriks dat ziet als een voorbeeld van hoe het moet, kunnen we hem daarin niet volgen. Anders is het als hij ons onder verwijzing naar I Korinthe 14:9 voorhoudt dat alles in de kerkdienst in verstaanbare taal moet worden gezegd. De apostel Paulus noemt nadrukkelijk de gast die een keer de dienst binnenkomt (I Korinthe 14:23-24).
Ook als we niet willen dat de kerk een herberg wordt, staan we voor de vraag hoe wij onze gasten ontvangen.