Schooluniform kan verkeerd gedrag in de hand werken
Schooluniformen op reformatorische scholen zouden wel eens tot nieuw grensoverschrijdend gedrag kunnen leiden, waarschuwt Harry van Haaften.
De discussie over een eventueel schooluniform in het reformatorisch onderwijs is een interessante. Tot nu toe overheersen drie voorzichtig positieve argumenten. Een schooluniform leidt tot betere schoolprestaties, het heft het onderscheid op tussen jongeren die wel en jongeren die niet duurdere merkkleding dragen, en het lost problemen op over de eerbaarheid van de kleding.
Persoonlijk geloof ik dat jongeren behoefte hebben aan het ontwikkelen en bevestigen van hun persoonlijke identiteit of individualiteit. Het dragen van een schooluniform zal dit proces niet tegenhouden. Juist in de accessoires zullen ze dan de individualiteit zoeken of wellicht bevechten: type schoenen, oorbellen, make-up enzovoort. Het is dus maar de vraag of het schooluniform werkelijk bijdraagt aan de oplossing van wat verschillende mensen als probleem zien.
Maar stel nu dat er wel een mogelijkheid is om die individualiteit te dempen, dan nog is er een andere zorg die mij bezighoudt in verband met een mogelijk schooluniform. Reformatorische scholen zijn relatief besloten en geïsoleerd. Zij staan daarin niet alleen. Ook buiten de reformatorische wereld zijn er tal van instituten die een hoge mate van isolement kennen. Geïsoleerde instituten, of in jargon ”geïsoleerde systemen”, hebben als kenmerk dat de buitengrenzen heel sterk zijn. Niet iedereen kan zomaar naar binnen. Voorbeelden van systemen met sterke buitengrenzen zijn het leger, schepen in de continuvaart, maar ook geïsoleerd levende gezinnen.
Uit de systeemtheorie is bekend dat naarmate de buitengrenzen van een systeem sterker worden, de binnengrenzen de neiging hebben om te vervagen. We hebben het dan onder andere over de normen en waarden in het interpersoonlijke verkeer. Die hebben de neiging te vervagen, waardoor er gemakkelijk grensoverschrijdend gedrag kan plaatsvinden. Een voorbeeld is het frequenter voorkomen van incest of mishandeling in geïsoleerd levende gezinnen.
Misdienaars
In diverse systemen wordt dit fenomeen ongedaan gemaakt door kunstmatige binnengrenzen aan te leggen, bijvoorbeeld in hiërarchie. Het leger is daar een goed voorbeeld van: ieder lid van het systeem weet op basis van de rangen welke codes en grenzen er zijn. En nog gaat er bij het bewaken van binnengrenzen in het leger wel eens wat mis.
De buitengrenzen in het reformatorisch onderwijs zijn dus sterk. Wat gebeurt er met de binnengrenzen? Door strenge regels in het interpersoonlijke verkeer, bijvoorbeeld op het gebied van kleding, wordt getracht die binnengrenzen overeind te houden. Uit de argumentatie voor het schooluniform blijkt echter dat de regels het niet lijken te houden. De jongeren creëren hun eigen normen en binnengrenzen in het systeem, door middel van het uitdrukken van individualiteit en groepsnormen op het gebied van (merk)kleding, haardracht en andere uiterlijke kenmerken.
Het schooluniform is bedacht als remedie tegen de zogenaamde grensvervagingen, maar kan ook wel eens anders uitpakken. Juist door het ontkennen van de huidige binnengrenzen door het invoeren van het schooluniform zou het wel eens kunnen zijn dat er na invoering meer grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt. Waar moeten we dan aan denken? Voorbeelden zijn pestgedrag, intimidatie en normvervaging in relaties tussen docent en leerling of leerlingen onderling.
Het systeem van de Rooms-Katholieke Kerk met priesters en misdienaars in uniform is een momenteel in de pers veel voorkomend voorbeeld van een eveneens relatief geïsoleerd systeem met sterke buitengrenzen en ernstige overschrijdingen van de binnengrenzen. Uiteraard spelen hierin ook andere fenomenen zoals macht en de plaats van het celibaat een rol. Een zekere mate van alertheid op de ontwikkeling van binnengrenzen bij geïsoleerde systemen is in elk geval op zijn plaats. Ook bij de gedachte aan ingrepen zoals de invoering van het schooluniform.
Alternatief
Tegenover de zorg die aanleiding is voor de discussie over het schooluniform is wellicht een alternatief te plaatsen. Wanneer we ervan uitgaan dat jongeren hun grenzen bepalen door heldere groepsnormen te creëren of de eigen individualiteit te benadrukken, kunnen we dit proces wellicht ook in de goede richting bijsturen. Extra aandacht voor individuele talenten en gaven, bijvoorbeeld in kunstuitingen zoals muziek, dichtkunst en op andere terreinen, kan bijdragen aan het gevoel van eigenheid van de jongere op een manier die waarde(n)volle binnengrenzen creëert. Op verschillende scholen wordt die extra aandacht voor talenten al in de praktijk gebracht. Ik ben benieuwd naar het effect op de schoolprestaties van een dergelijke aanpak.
De auteur is organisatieadviseur en adviseert onder andere organisaties waarin christelijk identiteit een rol speelt.