Toen oprichters en zwagers van elkaar, Johan van Marwijk Kooy en jonkheer Charles de Pesters begonnen in 1870 met hun plannen voor een eigen bier hadden ze niet kunnen vermoeden dat 140 jaar later het bier bekend zou staan als „Ons bier”. Het tweetal beoogde met het biertje vooral de goede burgerij van nat te voorzien. Anno 2010 is het biermerk bekend om zijn ‘no nonsense’, volkse karakter en als typsich vriendenbier.

„Het is echt een biertje met het motto: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”, zo bestempelt algemeen directeur Philip de Ridder van moederbedrijf Heineken Nederland het Amstelbier. De Ridder, die tijdens zijn studietijd in Wageningen Amstel veelvuldig dronk, voelt zich echt als een „beschermheer” van een traditioneel biermerk.

Heineken nam in 1968 het destijds tweede biermerk van Nederland over. Amstel had zichzelf te koop gezet onder druk van de consolidatieslag op de wereldwijde biermarkt. Vanaf die tijd moest Heineken de twee verschillende biermerken duidelijk van elkaar onderscheiden en kreeg Amstel zijn volkse karakter.

De rijke Amstelgeschiedenis kent volgens historicus en schrijver van het jubilieumboek Peter Zwaal geen zwarte bladzijdes. „Natuurlijk maakt een bedrijf weleens fouten, maar echt grote dingen ben ik niet tegengekomen.” Volgens de schrijver klopt het idee dat Amstel het zielige broertje van Heineken is, niet.

Het was Amstel dat in 1937 dat met een zogeheten „stoop” kwam: een glazen fles van vijf liter in een rieten mand om thuis biertjes te kunnen tappen. Een voorloper van de vele thuistapssystemen die er tegenwoordig te koop zijn.

Amstel viert zijn 140e verjaardag met een speciale jubileumfles. Drie verschillende flessen komen in de schappen van supermarkten, met etiketten uit 1933, 1953 en 1971. Het boek is verkrijgbaar in de boekhandels en online.