Academisch niveau ETF in 25 jaar gegroeid
LEUVEN – Van Bijbelinstituut met als spits de zending, naar een academische opleiding met ruim vijftig promovendi. De Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven (Heverlee) houdt deze week haar 25e doctoraatsweek, een ontmoetingsweek voor degenen die met een proefschrift bezig zijn.
De ETF organiseerde in 1986 een studieconferentie met speciale aandacht voor de zendingsvragen in Europa. De aanwezigen waren een select groepje studenten. Gaandeweg ontstond in het Belgische Heverlee een verlangen om meer systematisch met zending bezig te zijn. Gedachten hierover raakten in een stroomversnelling doordat de Belgische regering de ETF begin jaren tachtig promotierecht toekende. „Maar er waren nog geen promovendi”, zegt rector prof. dr. Patrick Nullens.
Dat veranderde met de komst van P. Beyerhaus, G. Huntemann en C. A. Tukker in 1987. Deze docenten uit Duitsland en Nederland maakten zich sterk voor de academische status van de opleiding. Hun werk was een vervolg op de inzet van ETF-docenten Theo Kunst en Bill Wagner.
Prof. Nullens stelt dat de beginfase zich kenmerkte door kinderziekten. „Er was een sterk missionaire visie en bewogenheid, maar de dissertaties misten soms de nodige academische kwaliteit. We moesten wel eens compromissen sluiten.”
Administratief directeur van de ETF, drs. Pim Boven, noemt als oorzaak hiervan de beperkte bezetting van docenten. „In het verleden kwam het vaak voor dat de promovendi door externe gasthoogleraren werden begeleid. Nu wordt dat vrijwel volledig door de eigen staf gedragen, met daaromheen een kring van experts. Ook werken we steeds meer aan een interdisciplinair doctoraat, waardoor mensen ook vanuit een andere discipline dan de theologie hier hun proefschrift kunnen verdedigen.”
Prof. dr. Andreas Beck, decaan van de ETF, benadrukt de noodzaak van kwaliteit. „Nu hebben we gelukkig een uitgebreide staf om het onderzoek te begeleiden. We zijn niet meer afhankelijk van bijvoorbeeld een hoogleraar uit Amerika die even overkomt. Ook de staf is verbreed. Hoogleraren als dr. W. J. van Asselt en dr. A. Vos zijn hier vrijwel even vaak aanwezig als de residentiële staf.”
De ETF telt momenteel ruim vijftig promovendi. „Er wordt streng geselecteerd aan de poort”, zegt prof. Beck. „We kijken goed of iemand in staat is een proefschrift te schrijven. De student volgt eerst een doctoraatsopleiding. Dat voorkomt later teleurstellingen, al gebeurt het ook dan nog wel eens dat er promovendi afvallen.”
Prof. Nullens: „Typerend voor onze doctoraatsweek is dat promovendi zich tussentijds waar moeten maken door presentaties te houden over hun onderwerp. De doctoraatsweek is een week van examens en begeleiding door hoogleraren. De begeleiding van buitenpromovendi is hier veel intensiever dan in Nederland, waar de promovendus zo nu en dan contact heeft met zijn promotor.”
De ETF verstevigt steeds meer de bestaande contacten met Nederlandse instellingen. Met de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is al lang een intensieve samenwerking. Sinds vorig jaar zijn er ook banden met de Theologische Universiteit Kampen van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De universiteit is deze week vertegenwoordigd door prof. dr. G. Kwakkel en prof. dr. P. H. R. van Houwelingen.
Prof. Nullens wijst ook op huidige gesprekken met de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam om meer aan gezamenlijk onderzoek te doen. Daarnaast zijn er ook contacten met de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). De ETF verkent de mogelijkheid van een doorstroming van haar masterstudenten naar de predikantsopleiding van de PThU.
Prof. Nullens benadrukt dat de ETF niet slechts een faculteit in Vlaanderen is, maar dat ze helemaal tot de Nederlandstalige theologische „familie” behoort. „Voor onze faculteit gelden dezelfde accreditatieregels als in Nederland. Men vergeet wel eens dat we soms zelfs nummer twee zijn wat het aantal Nederlandse theologiestudenten betreft. Van de komende 24 bachelorstudenten komt het overgrote deel uit Nederland. Maar ook los daarvan: theologisch onderzoek is gebaat bij intensieve samenwerking en dan vallen landsgrenzen weg.”