Wapenveld / Friedensstimme Contact
Wapenveld
Drukke dertigers zouden in de kerk rust moeten vinden, schrijft ds. J. H. Visser, predikant van de Verenigde Protestantse Kerk in België en Antwerpen, in Wapenveld, het blad van oud-leden van de christelijke studentenvereniging CSFR.
„Ik denk dat we elkaar een dienst bewijzen als we de mythe van de drukte ontmaskeren. Jezus’ gelijkenis van de zaaier lijkt me uitermate geschikt voor dit werk (Marcus 4:3-9; 13-20 en parallellen in Lucas 8 en Matteüs 13). Jezus vertelt dat een deel van het zaad tussen de distels viel, die opschoten en het zaad verstikten, zodat het geen vrucht voortbracht. De uitleg van Jezus in alle drie evangeliën is helder: de zorgen van het dagelijks bestaan, de verleiding van de rijkdom en de begeerten van het leven groeien harder dan het Woord van het evangelie en verstikken het.
De vraag die de gelijkenis stelt is: wat krijgt de meeste ruimte in je leven, wat krijgt prioriteit om te groeien? We kunnen als dertigers zielig doen over de drukte en met de metafoor van het spitsuur de schijn van het slachtofferschap ophouden, maar wie in de file staat is zelf deel van het probleem. De Amerikaanse theoloog Eugene Peterson zet de zaak op scherp als hij (tegen drukke pastores) zegt dat iemand die druk is, lijdt aan luiheid of ijdelheid. Een druk mens is lui, omdat hij/zij niet zelf prioriteiten stelt en keuzes maakt, maar anderen of ‘men’ de agenda laat bepalen. Of een druk mens is ijdel, omdat zij/hij met onze ganse cultuur denkt dat we veel moeten presteren om mee te tellen en een zinvol leven te leiden. Als dertigers dus op een ”Hoe gaat ’t?” antwoorden met ”Druk!” dan etaleren ze –vermoeid en trots tegelijk– hun luiheid en ijdelheid.
Jezus vertelt een ongevaarlijk verhaaltje over zaad in de aarde en onkruid dat mee opkomt. Maar de uitleg is gevaarlijk hard: het zaad verstikt en wordt onvruchtbaar. De betekenis van de kerk voor drukke dertigers en voor een spitsuurcultuur ligt ook in het vertellen van dit verhaal: als spiegel voor en ondermijner van een levensstijl die onvruchtbaar is, vanwege de verkeerde prioriteiten en een overwaardering van rijkdom, spullen en status. (…) Deze gelijkenis is ook een spiegel voor de kerk. Is de kerk ook niet te druk, met een teveel aan activiteiten, beleid en bestuur en een te weinig aan concentratie op het „ene nodige”? Ook een kerk kan uit luiheid en ijdelheid druk worden met een veelheid aan activiteiten. Juist voor dertigers zou de kerk een plek van concentratie moeten zijn, in vorm en inhoud beide.”
Friedensstimme Contact
In het periodiek van Friedensstimme staat beschreven hoe evangelisten in het koude Rusland op een wonderlijke manier de weg wordt gewezen.
„Een bevroren, besneeuwde vlakte. Een bergwand rijst op tegen de achtergrond. Hier ergens moeten zich rendierhouders met hun kudde bevinden. Evangelisten waren de afgelopen dag in hun dorp. Aan de bewoners hebben zij gevraagd waar de kudden zich ophouden. Met een globale aanduiding zijn ze op pad gegaan. Over de stijf dichtgevroren Goeba Buor Baai speuren zij naar tekens van leven.
Maar de omgeving is wit, bergachtig. De donkere plekken, die van grote afstand mogelijk op rendieren duiden, blijken door sneeuwstormen kaal gestoven rotsen te zijn… De weg van het gebed blijft over. „Heere, hier zwerven mensen met hun kudde, die zelf een Herder nodig hebben. U hebt ons gestuurd om hen Uw Naam bekend te maken. Geef dat wij ze vinden om dat te kunnen doen. Amen.”
In de namiddag lijken de evangelisten op het goede spoor te zitten. Op een open vlakte zijn duizenden hoefafdrukken van rendieren zichtbaar, samen met een sneeuwscooterspoor. Het spoor volgen dus. Maar de rendieren gaan de bergen over en het spoor van de sneeuwscooter loopt een heel andere kant op. Het is inmiddels donker en een moeizame terugtocht door rulle sneeuw volgt. Uitgeput besluiten de evangelisten het rupsvoertuig stil te zetten en te gaan slapen.
De volgende morgen, als de zon al is opgegaan en iedereen zijn ogen opendoet, stijgt rook op achter de bergen. Het blijkt de standplaats van de rendierhouders te zijn! Ze waren er gisteren niet, maar zijn deze morgen wel aanwezig. Dat is nu Gods voorzienigheid!”