Deze stelling lanceerde voorzitter ds. H. J. Lam van de Gereformeerde Bond maandag in een lezing voor de theologiestudenten uit eigen kring. Net als voorgaande jaren belegde het hoofdbestuur van de Bond een studieweek voor theologiestudenten. Het thema van de studieweek luidt dit jaar ”Op de Areopagus: het Evangelie in context en cultuur”. Ongeveer 55 studenten waren naar de studieweek gekomen.

Ds. Lam, hervormd predikant te Ridderkerk, verzorgde de eerste lezing, over ”Het meerstromenland van de Gereformeerde Bond”. Volgens hem kan de oprichting van de Gereformeerde Bond niet worden gedacht zonder de Doleantie, omdat de oprichters sterk sympathiseerden met het kerkideaal, het politieke optreden en de theologie van Abraham Kuyper.

Tot op de dag van vandaag vertoont de Gereformeerde Bond kuyperiaanse trekken, aldus ds. Lam. Hij wees op het geharnaste optreden, het denken vanuit de antithese en een geneigdheid tot organisatie.

Als tweede hoofdstroom onderscheidt ds. Lam de bevindelijke stroming. Altijd was er een groep met een oriëntatie op de Nadere Reformatie die zich verwant voelde aan het gezelschapsleven. De predikant, die het gevaar van subjectivisme zei te onderkennen, benadrukte de grote waarde van deze kringen. Het verstommen van deze stemmen zou een groot verlies betekenen, waarschuwde hij. De kernnoties uit het erfgoed van de Nadere Reformatie mogen volgens hem niet uit de Bond verdwijnen.

De voorzitter wees de studenten op hun taak om eenmaal in het ambt het waardevolle uit deze kringen in stand te houden, namelijk de vragen rond de toe-eigening van het heil en de deelname aan het avondmaal. Wie deze zaken veronachtzaamt, komt algauw terecht in het vaarwater van heilsautomatisme en een verondersteld geloof, aldus ds. Lam.

Als derde noemde ds. Lam de verbondsmatige stroming, die vooral door de invloed van de theoloog Hoedemaker ontstond. Anders dan in de kuyperiaanse tak bleef hier het zicht op de katholiciteit van de kerk.

’s Avonds hield emeritus legerpredikant dr. J. van Eck een lezing over ”Evangelie in context en cultuur” naar aanleiding van Paulus’ toespraak in Athene (Handelingen 17). Volgens dr. Eck honoreert de apostel de heidense mens en zijn cultuur tot het uiterste, maar uiteindelijk wordt deze radicaal op het grote manco gewezen, namelijk de verafgoding van het schepsel.