Tijdgeloof
Mattheüs 13:3
„Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.” Het hart van de mens is met verborgen kwalen bezet. Hij hoort het Woord en ontvangt het terstond met vreugde. Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, het is maar voor een tijd.
Hij hoort het Woord. Het is maar voor de toestemming, zoals koning Agrippa die de profeten geloofde. Hij ontvangt het Woord met vreugde, hij ontvangt al het goeds uit het Woord en hij gelooft alles. Hij ontvangt het terstond en krijgt een scheut naar boven, zelfs eerder dan het goede zaad. Dat is als bij het zaad in steenachtige plaatsen. Het heeft minder tijd nodig om zijn wortels naar beneden te schieten. Het schiet wel snel op naar boven en vertoont loof en bloemen. Dat zijn grote beloften van rijke vruchtbaarheid.
Wat snel geboren wordt, verdwijnt ook weer snel. Het is maar voor een tijd, omdat het geen wortel in zichzelf heeft. Het zaad van Gods Woord kan geen wortel in hem maken, omdat het valt in een hart waarin verborgen kwaden zijn, die evenals de stenen onder de bezaaide aarde verborgen liggen. Ziedaar: een tijdgelovige.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De parabel van de zaaier”, 1752)