Hoewel de stad dinsdag redelijk rustig aandeed, kunnen plunderaars en andere wetsovertreders nog steeds praktisch ongehinderd hun gang gaan.

Bij het hotel Palestine, waar veel buitenlandse journalisten verblijven, verzamelde zich een menigte die riep om het herstel van de orde in de stad. Amerikaanse mariniers haastten zich om het hotel af te zetten met prikkeldraad om de betogers buiten te houden. In gebrekkig Engels stond op een spandoek: ”Bloedige bevrijdingsfilm is begonnen. Slechte regisseur.”

Ook op het Fardus-plein, waar vorige week woensdag het metershoge standbeeld van Saddam Hussein werd neergehaald, stonden honderden betogers. „Nee, nee, tegen Saddam. Nee, nee, tegen de bezetting. Nee, nee, tegen de plunderaars”, scandeerde de menigte daar.

Het Amerikaanse leger is begonnen met de distributie van pamfletten aan de inwoners van Bagdad waarin zij worden opgeroepen tussen het avond- en het ochtendgebed binnen te blijven. De pamfletten, geschreven in het Engels en het Arabisch, verklaren dat op die manier wordt voorkomen dat de mariniers „bij slecht zicht” het onderscheid niet kunnen maken tussen terroristen en burgers.

Ook wordt de Irakezen verzocht niets bij zich te dragen dat kan worden aangezien voor een wapen en langs de kant van de weg te gaan staan als er een militair konvooi passeert.

De Amerikanen zijn terughoudend in het optreden tegen wetsovertreders uit angst dat dit door de Irakezen verkeerd geïnterpreteerd zal worden. Wel is begonnen met de gezamenlijke patrouilles met Iraakse politieagenten, die nog wat onwennig verliepen door de taalproblemen. Zo’n 750 tot 1000 Irakezen zouden zich hebben gemeld na de oproep van de Amerikanen, die eigenlijk maar op zoek waren naar 150 Iraakse agenten. In sommige wijken van Bagdad patrouilleren de inwoners zelf, met medeweten van de Amerikanen, aan wie zij verdachte activiteiten melden.