Kerk & religie

Zwart colbert en een streepjesbroek

Toen ik in 1954 in de christelijke gereformeerde kerk van Amsterdam-West voor het diakenambt werd gekandideerd, gold als voorwaarde de aanschaf van een zwart colbert en een streepjesbroek. Zat men „benedenmodaal”, dan was een beroep op de kerkelijke kas mogelijk. In mijn geval was dat niet nodig vanwege mijn in de kast hangend en nog in perfecte staat verkerende trouwpak. Op meer plaatsen gold in de kerken in die tijd deze voorwaarde.

D. Koole
16 August 2010 08:52Gewijzigd op 14 November 2020 11:29
Foto RD
Foto RD

Wat zich in de samenleving ontwikkelt, gaat de kerk niet voorbij. Dat geldt ook kleding, de mode zo men wil. Vorm en stijl op het punt van kleding zijn in de naoorlogse periode sterk veranderd. Dat zat en zit hem niet alleen in de grillige trends van modeontwerpers en ook niet direct in het feit dat de gemiddelde burger in de westerse samenleving door de grote welvaart over een grotere bestedingscapaciteit beschikt. Aan kleding wordt door de gemiddelde burger niet eens zo veel geld besteed. Auto’s en verre vakanties drukken zwaarder op het gezinsbudget dan kleding, leerde mij een gesprek met de chef in een herenmodezaak.

Ten aanzien van kleding hebben veel mensen, ook kerkmensen, goede smaak en een goed gevoel voor verhoudingen verloren. Met het laatste wordt bedoeld dat heel veel mensen hun garderobe nauwelijks nog aan bijzondere levensomstandigheden en aan de aard van bijzondere gebeurtenissen aanpassen. Het beeld op straat bevestigt dit. Dat wordt beheerst door spijkerbroek en trui, jacks van Aziatische makelij, leggings en Nikes. Met name veel jongeren, maar soms ook ouderen, verschijnen in deze outfit in allerlei bijeenkomsten en bij allerlei gelegenheden, ongeacht het karakter ervan. Heel wat mensen vragen zich bij condoleancebezoek, voor het bijwonen van begrafenissen of recepties niet meer af of een andere outfit dan de alledaagse tegenover degenen die het middelpunt van verdrietige of vreugdevolle omstandigheden vormen, misschien iets te zeggen zou kunnen hebben over het respect en de hoogachting die men voor hen had of heeft.

Vroeger drukte kleding soms veel uit. Tot voor en ook nog in de jaren van de Tweede Wereldoorlog was het binnen onze samenleving nog gewoonte om bij een sterfgeval in de eigen onmiddellijke omgeving „rouw te dragen.”

De vraag hoe ambtsdragers in de zondagse samenkomsten gekleed zullen gaan, wordt bepaald door het besef dat die plaats van samenkomst ontmoetingspunt is tussen Christus en Zijn gemeente. Christus is –naar Zijn eigen zeggen– in het Woord en onder de tekenen van de sacramenten in het midden. Dat gaat in belangrijkheid en dus ook in etiquette alle seculiere plechtigheden en andere wereldse evenementen en de daarbij behorende protocollen ver te boven. Weten hoe men zich in het huis Gods moet gedragen, impliceert ook zorgvuldigheid in de keuze van de kleding waarmee men in de samenkomsten van Christus’ gemeente vertoeft. En men zou kunnen zeggen dat ambtsdragers ook in dit opzicht een voorbeeldfunctie tegenover de gemeente hebben.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer