„…een vrouw in de stad, welke een zondares was…”
Als u Jezus maar bezitten mag! Acht u met Paulus alle dingen voor schade en drek, om Christus te gewinnen? Verkiest u met Mozes liever om Christus’ wil versmaad te worden dan al de schatten van Egypte te winnen? Staat de Heiland bij u op zo’n hoge prijs dat u Hem om geen duizend werelden zou willen missen?

Ach, wat erg als u van dit zondeberouw, van die liefde tot Jezus, van die hoogachting voor Hem nog geheel ontbloot bent. Daar komt dan nog bij dat zulke mensen zich met deze Simon de Farizeeër verbeelden dat zij zulke grote zondaars niet zijn en zij Jezus niet nodig hebben. O, dan bent u nog in een ongelukkige staat. Zou het deze mensen niet raadzamer wezen dat zij zich zouden onthouden van de tafel des Heeren, opdat hun oordeel niet des te zwaarder zou worden? Want onbekeerden eten en drinken zichzelf een oordeel.

Bid God om bekering en zondevergeving. Sta eens met bedaardheid stil bij uzelf en zie eens uw vervreemde staat buiten God. Verbreek uw verbond met de satan en de wereld en de zonden. Kom met God in het verbond en geef u geheel over aan Zijn heilige liefdedienst.

Johannes Barueth,
predikant te Dordrecht

(”De boetvaardige zondares”, 1752)