De Zuid-Franse bisschopsstad Albi is een van deze locaties. Albi –ook wel ”de rode stad” genoemd– wordt gedomineerd door een bakstenen kathedraal Sainte-Cecile, die uit de dertiende eeuw stamt. Een andere monumentale kerk in het stadje is Saint-Salvy, met haar romaanse kloostergang uit de 10e en 11e eeuw. Verder is Albi bekend om Pont Vieux, de oude brug uit de 12e eeuw met een lengte van 151 meter en met 8 bogen.

Ook kerken in Roemenië en Georgië hebben een plek gekregen op de Werelderfgoedlijst. De Verrijzeniskerk in het gefortificeerde klooster van Suceviţa in Roemenië is toegevoegd aan de al bestaande Werelderfgoedlijst van kerken van buurland Moldavië, die uit zeven kerkgebouwen bestond. De kerk heeft bijzondere muurschilderingen uit de zestiende eeuw.

In Georgië gaat het om de kathedraal van Bagrati en om het Gelatiklooster. Beide stonden al sinds 1994 op de lijst van Unesco, maar zijn nu als bedreigd werelderfgoed gekwalificeerd.

De kathedraal is een fraai voorbeeld van de middeleeuwse architectuur in Georgië. Het bedehuis stamt uit de elfde eeuw. Het klooster is een eeuw later gebouwd.

Ook het paleis en het graf van sjeik Safi al-Din Khanegah in Iran zijn op de VN-lijst gezet. Het paleis was eeuwenlang een centrale plek voor islamitische mystici, de zogenoemde soefi’s. In het praalgraf ligt sjeik Safi al-Din Khanegah –ook een soefi– begraven.

Verder zijn de historische monumenten op de berg Songshang in China tot beschermd erfgoed verklaard. De 1500 meter hoge berg is voor de Chinezen een heilige plek omdat hier de hemel de aarde zou raken. De oudste bouwwerken –poorten en tempels– op de berg dateren uit de tweede eeuw.

En ten slotte is het centrale plein van Sao Francisco in de Braziliaanse stad São Cristóvão op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Dit historische plein wordt omringd door verschillende kerken, die tegelijkertijd op de lijst zijn gezet.

De werelderfgoedcommissie van de VN-organisatie vergaderde dit jaar in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia.