Kerk & religie

Bisschop Punt: Achter ‘Obdam’ gaat crisis schuil

Hij laat zich door de euforie over de eucharistie niet meeslepen. Zo uitbundig de parochianen, zo kritisch de bisschop. Achter de Oranjemis in Obdam gaat naar zijn overtuiging een crisis schuil die zich onttrekt aan het oog van wie leeft bij de waan van de dag: een afnemend besef van Wie God is. Mgr. dr. Jozef M. Punt (64): „Een cultuur zonder heiligheid is gedoemd ineen te storten.”

Ben Tramper
24 July 2010 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 11:17
De Oranjemis in Obdam wijst volgens bisschop Punt op een crisis in de kerk: die van een sterk verminderd besef onder kerkgangers van de heiligheid van God. Foto RD, Henk Visscher
De Oranjemis in Obdam wijst volgens bisschop Punt op een crisis in de kerk: die van een sterk verminderd besef onder kerkgangers van de heiligheid van God. Foto RD, Henk Visscher

De videobeelden van de WK-misviering op zondag 11 juli gingen de hele wereld over. Op de dag waarop het Nederlands elftal de finale tegen Spanje speelde, koos pastoor Paul Vlaar van de Sint-Victorparochie in Obdam voor een eucharistie in oranje setting. Gestoken in een oranje kazuifel deelde hij de hostie uit aan mensen met op de gezichten geverfde vlaggetjes, terwijl het koor op de achtergrond inzette met: „Wij houden van Oranje.” Het altaar was opgetuigd met een voetbalgoal.

De opnamen van de mis bereikten bisschop Punt van het bisdom Haarlem-Amsterdam twee dagen later. Nog diezelfde dag ontbood hij de Oranjepriester bij zich. De pastoor werd voor twee maanden geschorst, een tuchtmaatregel die in de parochie tot grote commotie leidde. De media kwamen massaal op Obdam af en tekenden verontwaardigde reacties op. „Vlaar moet blijven. Punt”, zei de vicevoorzitter van het parochiaal bestuur.

De storm in het bisdom lijkt over het hoogtepunt heen te zijn nu Vlaar instemt met het besluit twee maanden de tijd voor bezinning te nemen. „Wat mij betreft is de kwestie van de baan”, zegt Punt in een terugblik op de ophef in Obdam. „Dat het zo veel stof deed opwaaien en dat de seculiere pers er zo veel aandacht aan besteedde, dat heeft mij de afgelopen dagen misschien wel het meeste geraakt.”

In zijn bisschoppelijk huis in het centrum van Haarlem is bisschop Punt graag bereid in te gaan op een intrigerende opmerking die hij eerder deze week maakte in een brief aan al zijn parochianen, namelijk dat het incident met de WK-mis naar zijn overtuiging wijst op een tanend besef van Gods aanwezigheid in kerk en samenleving. Gastvrij nodigt de bisschop uit plaats te nemen in een leren fauteuil in zijn kantoorruimte, pal tegenover een groot schilderij van de evangelist Johannes op Patmos. Met hulp van afstandsbediening zet hij de airconditioning een tandje hoger.

In uw brief schrijft u „zeer verbaasd en teleurgesteld” te zijn dat parochianen niet spontaan aanvoelden dat de WK-mis te ver ging. Hoe kon het zover komen?

„Een volledig antwoord op die vraag kan ik niet geven. Maar het houdt naar mijn mening verband met de secularisatie die zich de afgelopen decennia in Nederland heeft voltrokken. We hebben onszelf met onze behoeften en verlangens in het middelpunt geplaatst, God is hooguit een functie van onszelf. Wat betekent Hij voor mij? Wat heb ik aan het geloof? Als Hij ons plezier kan vergroten, zijn we nog wel bereid Hem in ons leven toe te laten. Maar anders nemen we afscheid van Hem.

Dat God leeft en dat wij naar Zijn beeld en gelijkenis zijn geschapen en het leven aan Hem hebben te danken, dat besef is sterk verzwakt. Kennelijk is de kerk tekortgeschoten in haar opdracht om mensen op te voeden in de geloofswaarheden. Dat verplicht ons ertoe naar nieuwe wegen te zoeken om de realiteit van God en van Zijn doel met ons leven krachtig onder de aandacht van mensen te brengen. Ze weten niet meer Wie Hij is. Ze kennen Hem niet meer. Ze zijn het zicht op Hem kwijtgeraakt.”

Pastoor Vlaar zei juist te zoeken naar creatieve invalshoeken om mensen met het geloofsgoed te bereiken. Wat is daar mis mee?

„Om mensen opnieuw of voor het eerst tot de kerk te brengen is een ingrijpende aanpassing van de liturgie niet nodig. Integendeel. De kerk heeft een heel eigen boodschap die we niet moeten laten overwoekeren door wat van de wereld is.

Er heerst in Nederland een spiritueel vacuüm: mensen zijn op zoek naar zingeving. Het hart is onrustig, zei Augustinus al, totdat het rust vindt in God. Daar ligt naar mijn overtuiging onze taak: mensen tot God leiden. Meer dan ooit is de kerk daarom geboden profetisch te spreken.”

Waar denkt u aan?

„Ik zie onder de mensen veel onzekerheid. Er is een klimaatcrisis, een economische crisis, een morele crisis. Hoe ziet mijn toekomst en die van onze kinderen eruit? Dat is een vraag die hen sterk bezighoudt.

De kerk kan mensen vanuit het Woord zicht geven op het grootse perspectief van het Koninkrijk van God. We hebben op aarde geen vaste verblijfplaats, ons vaderland is de hemel.

Volmaaktheid en geluk laten zich niet vinden in het ‘hier en nu’. Als mensen dat beseffen, zoeken ze hun vermaak veel minder op de aarde. Juist daarom is het zo belangrijk dat de kerk het heilige bewaart en zich niet laat inpakken door wat de wereld biedt.”

Wat gebeurt er als de kerk verwereldlijkt?

„Ooit las ik een treffende uitspraak van een filosoof: „Als het visioen verbleekt, verwildert het volk.” Zwijgt de kerk over Gods heerlijke toekomst, dan zijn we op den duur alleen nog met onszelf bezig. Dat leidt tot een krampachtige levenswijze: als we het geluk nu niet vinden, vinden we het nooit. Daarbij komt ook dat we met pijn en tegenslag geen raad weten.”

Moderne mensen geloven niet in grote verhalen en schuwen kerkelijke instanties. Hoe gaat u met dat gegeven om?

„Zeker, we moeten alles op alles zetten om het geschade vertrouwen te herstellen. Met pogingen om bruggen te slaan naar de samenleving is niets mis, vind ik. Maar er is meer. Ik zie jaarlijks vele honderden jonge mensen tot de kerk toetreden. Zij vinden aanpassingen in de liturgie helemaal niet nodig. Zij zijn op zoek naar de ontmoeting met God. Zij vragen om mystiek, diepgang en zingeving.”

Wat betekent Gods heiligheid voor u persoonlijk?

„God is de geheel Heilige, Die ons wil brengen naar volmaaktheid. Wees volmaakt zoals de hemelse Vader volmaakt is. Daartoe gaf Hij ons de Tien Geboden.”

God is volgens Zijn eigen Woord een verterend vuur bij Wie niemand kan wonen. Wat zegt dat u?

„Hoe meer wij onszelf zien in Gods licht, hoe meer donkere plekken we in ons leven tegenkomen. God is heilig en rechtvaardig, Hij is ook liefdevol. Ik geloof dat Zijn liefde centraal staat. De barmhartigheid overwint immers het oordeel.

De liefde tot de naaste is essentieel, maar de liefde tot God gaat voorop. Een mens wortelt in religieuze aarde; zijn die wortels doorgesneden, dan verdort en verkommert hij. Dat laatste geldt ook voor de samenleving. Een cultuur zonder God en goddelijke waarden is gedoemd ineen te storten. De kerk moet dat mensen duidelijk maken. Het heilige is in het geding. Er zijn goede elementen in onze cultuur, er zijn ook zaken verkeerd gegaan, denk aan de eerbied voor het leven. Een oproep tot bekering en boete is daarom nodig. Het zou mij veel waard zijn als de christenheid in Nederland gezamenlijk komt tot, als ik het met een woord uit de reformatorische traditie mag zeggen, verootmoediging.”


„Als de genade verbleekt, verflauwt de verwondering”

Dr. M. J. Arntzen (97), emeritus predikant van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), zegt in de kerk in Nederland een „verzwakt Godsbesef” te bespeuren. „Al wil ik over niemand persoonlijk oordelen”, voegt hij eraan toe.

De kwestie Obdam is een „typisch voorbeeld van een verminderd besef van de heiligheid van God en Zijn tegenwoordigheid in een eredienst”, aldus dr. Arntzen. Hij vreest dat dat niet alleen speelt in de Rooms-Katholieke Kerk, maar ook in de reformatorische kerken. „Diensten worden interactief, gemeenteleden doen hun zegje. Dat past niet bij het karakter van de eredienst: die stelt immers de prediking centraal.”

Voorgangers mogen aansluiting zoeken bij de actualiteit en bij wat mensen bezighoudt, zegt dr. Arntzen. „Maar er zijn grenzen. Met ‘opleuken’ schiet niemand iets op. Het verdraagt zich niet met de eerbied die past bij het leven coram Deo, voor het heilig oog van God.”

Bij de verkondiging van Gods Woord gaat het, zegt dr. Arntzen, „principieel om zonde en genade. God is heilig, wij zijn verloren zondaren. God heeft lief en is bereid genade uit te delen, maar Hij kan ook toornen. Vreselijk toornen. Die notie mag in de prediking niet ontbreken, anders verbleekt de genade. En als de genade verbleekt, verflauwt de verwondering.”


„Kerk moet secularisatie en ook ‘sacralisatie’ mijden”

Een goal op het altaar en een fluitsignaal als startschot voor een misviering houden volgens de remonstrantse theoloog prof. dr. E. Meijering (70) verband met de neiging die elk mens eigen is: huiselijk denken over God.

Volgens prof. Meijering zijn kerkmensen in Nederland vandaag de dag te weinig doordrongen van de heiligheid van God. „God wordt er op een vlotte manier bijgehaald. We spreken te amicaal over Hem. Dat moeten we ons allemaal aantrekken, ik ook.”

Hij citeert een regel uit een gedicht van dichter Willem Kloos: „Ik ben een god in ’t diepst van mijn gedachten.” Prof. Meijering: „In ons denken over Wie God is, hanteren wij onszelf als norm. Daarmee spannen we God voor ons karretje. Maar God is heilig. Dat betekent juist dat Hij geheel anders is dan wij.”

Actueel en pastoraal preken is volgens prof. Meijering geboden, maar van populariteit moet de kerk in zijn ogen wars zijn. „Met zo’n Oranjemis lijkt het alsof de kerk wil zeggen: Wij doen ook mee, we zijn ook van de partij. Wat hebben mensen daaraan?”

Een kerk die zich populair gedraagt, stelt zich bloot aan het gevaar van gelijkschakeling aan de wereld, zegt prof. Meijering. „De kerk heeft zich te hoeden voor secularisatie. Als zij zich volledig aanpast aan de wereld, maakt zij zichzelf overbodig. Dan doet ze alsof ze over God niets meer heeft te zeggen. Een ander risico is sacralisatie, het volstrekt terugtrekken uit de wereld. Dan doet de kerk alsof zij over God niets meer hóéft te zeggen. Zowel het een als het ander vloeit voort uit dezelfde denkfout: dat wij over God kunnen beschikken.”


„Met werelds entertainment houden we niemand vast”

Als kerken uitgaan van wat mensen graag willen horen, denken en voelen, leidt dat volgens ds. M. Joosse (45) onherroepelijk tot een afnemend besef van de heiligheid van God. „Is er een onvoorwaardelijk buigen voor Gods Woord? Dan is de Heere groot en stel je jezelf als mens nietig op”, zegt de predikant van de gereformeerde gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht.

De Oranjemis in Obdam is volgens ds. Joosse een symptoom van dat waarvoor elk mens vatbaar is: de vervulling van eigen behoeften en de bevrediging van de drang naar amusement. „De kerk is geroepen die verleiding te weerstaan en de hoorders erop te wijzen dat God er niet is om de mens, maar de mens om God. Het gaat niet om hun naam en eer, maar om Zijn Naam en Zijn eer.”

Kerken die zich al te zeer richten op „de verlangens van de natuurlijke mens”, krijgen wellicht voor korte tijd meer hoorders, maar op den duur vindt een omgekeerde beweging plaats, denkt ds. Joosse. „Dan gaan de mensen weer weg. Met het entertainment van de wereld houden we niemand vast. Wel als we onvoorwaardelijk mogen buigen voor de stem die zegt: „Alzo spreekt de Heere.””

Besef van Gods heiligheid maakt dat mensen inzien wie zij zijn tegenover hun Schepper, zegt ds. Joosse. „Dan weet je: met God valt niet te spotten. Uza stak zijn hand uit naar de ark en stief. God is vandaag niet anders dan toen, Hij blijft Dezelfde.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer