De Hervormde Vrouw
Op rommelmarkten zijn lessen te leren, ook voor kerkgangers, constateert Leendert van Wezel in een column in De Hervormde Vrouw, uitgave van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op gereformeerde grondslag.
„Ik vind het altijd wel mooi, die tijd van de rommelmarkten en braderieën. Op vakantie, in een onbekende omgeving, stuit je plotseling in een klein plaatsje op zo’n gezellige drukte op het plein in het centrum. En even later sta je te midden van een gezellige drukte tussen stapels spullen die het midden houden tussen leuk tweedehands en grof vuil. (…)
Je kunt het er bijzonder treffen. Ik herinner me een mevrouw die ooit in mijn rommelmarktkraam een stoeltje kocht voor tien gulden (toen nog). Toen ze later die dag nog een keer langs kwam, vroeg ze of ik wist hoeveel het stoeltje echt waard was. Ik had geen idee. „Tweehonderdvijftig gulden, meneer.” Je moet er een neus voor hebben. Goud tussen de rommel!
Dat doet me denken aan een verhaal dat ik ooit las over Spurgeon. In zijn jonge jaren logeerde Spurgeon een keer bij een oude kennis. Ze gingen samen naar de kerk en de begaafde Spurgeon vond het een preek van niks. „Ik snap niet dat je daar je schoenen voor aantrekt”, zei hij op de terugweg naar huis. „Een prutpreek was het, meer niet.”
De oude man zei niets, maar trok hem mee naar achter zijn huisje, waar een mesthoop was. „Kijk eens naar die kippen”, zei hij. „Ze vinden zelfs nog voedsel op een mesthoop. En als jij vanmorgen honger had gehad, had je zelfs in deze preek voedsel gevonden voor je ziel. Maar je had geen honger, je oordeelde.”
Goud tussen de rommel, voedsel op de mesthoop. Misschien moeten we nog even nadenken voordat we preken, dominees, elkaars geloof en ga zo maar door weggooien als rommel.”