Kanttekeningen bij brief over MKZ
DEN HAAG – De Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek zet kanttekeningen bij de brief van minister Verburg (Landbouw) aan de Kamer over haar rapport. In haar brief schreef de bewindsvrouw donderdag dat de viruskweek op het bepalende monster uit Kootwijkerbroek dat in 2001 werd onderzocht op MKZ, niet gemengd was.
De stichting stelde vast dat in het laboratoriumdossier bij de enige keer dat de bepalende viruskweek positief was, de monsternummers 26 en 29 werden gecombineerd.
Bestuurslid L. Jansen van de MKZ-stichting noemt de uitleg van de minister over de gang van zaken in een eerste reactie „niet logisch” omdat die geen verklaring oplevert voor het feit dat de viruskweek op varkensniercellen opeens positief was, na vier keer achtereen negatief te zijn geweest. Verder is hem opgevallen dat Verburg erkent dat monster 29 van een ander bedrijf afkomstig is dan dat van Teunissen, op wiens bedrijf in Kootwijkerbroek MKZ werd geconstateerd.
Op dat andere bedrijf is geen MKZ aangetroffen, aldus Verburg in haar brief. Zij noemt de gegevens van dat bedrijf „niet relevant” voor de uitslag van het bedrijf van Teunissen. Jansen stelt dat dat niet valt op te maken „uit de primaire documenten van het laboratorium.” Hij spreekt van een „interpretatie achteraf.”
In 2001 zijn bij Teunissen 190 monsters genomen. Twee daarvan testten positief op MKZ. Een van die monsters is onderverdeeld in drie testen. Die zijn alle drie positief verklaard. Twee van die drie testen zijn echter niet geaccrediteerd en gevalideerd, erkent nu ook de minister. „Die worden door haar dus niet meer als bepalend beschouwd”, aldus Jansen. Het andere positieve monster, van 1 april 2001, geldt nu ook voor Verburg niet meer als grondslag voor de besmetverklaring op 28 maart 2001.
Het bestuur van de MKZ-stichting komt maandagavond bijeen om de brief van Verburg grondig te bespreken. Daarna volgt een uitgebreide reactie.