Over dat thema refereerde ds. C. Sonnevelt dinsdag op de 56e bondsdag van de Bond van Vrouwenverenigingen der Gereformeerde Gemeenten in de Adventkerk te Veenendaal. De predikant vroeg zich af of je met de hand op de Bijbel wel kunt volhouden dat er geen toekomst is zonder Israël. „We lezen eerder van de vraag „Wat dunkt u van de Christus?”, dan van „Wat dunkt u van Israël?””

Hoewel hij ds. Sonnevelt de eerste vraag doorslaggevend noemde als het gaat over onze toekomst en onze eeuwige zaligheid, wilde hij geen tegenstelling tussen die twee maken. Daarbij wees hij op het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw, waarin Hij zei dat de zaligheid uit de Joden is.

De Veenendaalse predikant stelde de vraag wat je met de profetieën in het Oude Testament moet die spreken van de terugkeer van de Joden naar het land der vaderen. „Voor Arabische christenen wat lastig”, zei hij. „En wat moet je met de psalmen waarin getreurd wordt om Jeruzalem? Kunt u zich voorstellen dat Psalm 137 gezongen wordt in een kerkdienst van Palestijnse christenen? Best moeilijk dat dit in de Bijbel staat! Het maakt evangelisatiewerk onder moslims er niet gemakkelijker op”, zei hij.

Als antwoord op een vraag zei ds. Sonnevelt dat het gevaar van de islam een teken van de eindtijd genoemd kan worden. „Hoewel de islam opgekomen is uit Jodendom en christendom, heeft Mohammed zijn eigen godsdienst ontworpen”, zei hij, daarbij verwijzend naar het schriftwoord dat er valse profeten zullen opstaan die allerlei wind van leer zullen verkondigen.

Volgens de predikant zal, als het goed is, een christen bewogen zijn met het heil van Israël. „Genade maakt gunnend”, zei hij, wijzend op Paulus, voor wie de verharding en het lot van Israël een oorzaak van grote droefheid was.

In het leven der genade gaat het niet alleen om de zaligheid, zei ds. Sonnevelt, maar ook en allermeest om de eer van God. „Als wij niet méér dan hemelzoekers zijn, zullen wij ook geen belang stellen in de verheerlijking van God in deze wereld. Dan zullen wij niet vragen om de komst van Gods Koninkrijk onder het Joodse volk. Maar als de eer van God ons liever is geworden dan onze eigen zaligheid, dan zullen we uitzien naar de toebrenging van Jezus’ bruid uit de beminden om der vaderen wil.”

Volgens de Veenendaalse predikant is er in Gods Woord grond om te hopen dat er toekomst is voor Israël. „De eeuwen door zijn er uit het Joodse volk geweest die de Heere Jezus als Messias mochten belijden. Dat overblijfsel is er ook vandaag nog.”

Ds. Sonnevelt noemde Messiasbelijdende Joden de natuurlijke takken van de olijfboom. „Wanneer een Jood tot bekering komt, keert hij terug naar zijn eigen huis, de tent van Sem. Wanneer een heiden tot bekering komt, komt hij als een Jafeth wonen in de tenten van Sem. Door Jezus Christus hebben Joden en heidenen beiden de toegang door één Geest tot de Vader.”

Volgens de predikant, die daarbij verwees naar Romeinen 11 en naar een aantal oudvaders, mag er een nationale bekering voor Israël verwacht worden. Hij noemde het een van de grote tekenen van de eindtijd. „Er is geen toekomst zonder Israël. Die toekomst ligt verankerd in het welbehagen Gods.”

Het werk vanuit het deputaatschap voor Israël onder het Joodse volk is, zei ds. Sonnevelt, geen zending, maar evangelieverkondiging en diaconaal werk.

Ds. C. A. van Dieren, voorzitter van de Bond van Vrouwenverenigingen, sprak in zijn openingswoord over „Want indien zij dit doen aan het groene hout, wat zal aan het dorre geschieden?” Hij verwees naar de dorre houten staven waarvan in Numeri 17 wordt gesproken. De predikant noemde dat het hout van opstand tegen Gods beleid. „Maar Jezus heeft het vruchteloze, dorre hout weggedragen op Golgotha: het hout van de opstanding. Ook voor het volk Israël draagt Hij het dorre hout weg.”

De opbrengst van de vorig jaar gestarte actie ”Vrouwen voor vrouwen”, bestemd voor vrouwen in zendingsgebieden die worden opgeleid om anderen leesles te geven, bracht 41.466 euro op.