„Wat oogstbaar is, probeer ik te oogsten”
„Even kijken, heb ik nu alles gehad.” Speurend kijkt klinisch farmacoloog Peter Dogterom zijn tuin, gelegen op het volkstuincomplex Oude Waai, vlak buiten het dorpje Hedel, rond. Uitvoerig stond hij stil bij de teelt van prei, bonen, wortels en aardbeien. „Ik geloof dat ik er zo’n beetje ben.”
Hij stelt voor weer huiswaarts te gaan als zijn blik valt op een rij bessenstruiken. „Wacht even, mijn taybessen. Daar heb ik nog niets over verteld.” Enthousiast beent Dogterom naar een hoek van de tuin, om opnieuw een rijstebrij aan feiten op te dissen. Dat een taybes een kruising is tussen een braam en een framboos. En dat je er „ontzettend lekkere” jam van maakt.
Een bezoek aan Dogteroms tuin krijgt algauw de trekken van een excursie. De hobbyteler heeft alle ter zake doende namen en feiten paraat. „Als Hollander ben je al blij als je in je volkstuintje de standaardgroenten kunt telen”, lacht hij. „Dat geldt ook wel een beetje voor mij, maar af en toe iets nieuws proberen, daar houd ik wel van.”
Hij wijst naar twee opgehoogde bedden waaruit prachtige, oogstbare asperges uit de grond steken. „Mijn broer kwam er een keer mee aanzetten. Ik heb ze nu al een paar jaar en het bevalt goed.”
Zijn vader was fruitteler, een man met groene vingers, vertelt Dogterom. „De liefde voor tuinieren heb ik niet van een vreemde. En ik ben een echte buitenman. Misschien heeft dat er ook mee te maken.”
Er zijn hobbytuinders die uit tijdgebrek een sterke voorkeur hebben voor de weinig intensieve teelt van bijvoorbeeld aardappelen of uien. Zo niet Dogterom. „Ik vind het niet erg om drie, vier avonden per week op de tuin te zijn. Integendeel.” Ook het laten hangen van gerijpte producten is niet iets waar Dogterom vlug voor zal kiezen. „Wat oogstbaar is, probeer ik te oogsten. Gelukkig heb ik een stel gezonde kinderen, geen miezemuizen. Dat scheelt een stuk.”
Zou hij zich als tuinder fanatiek noemen? Dogterom: „Dat is maar hoe je het bekijkt. Je zult mij niet voor dag en dauw zien opstaan om de tuin te schoffelen. Maar vorige week was ik wel een keer voor zeven uur ’s ochtends op de tuin om postelein te zaaien. De grond was nog heerlijk nat van de regen en voor die dag gaven ze warm weer op. Ik dacht: Ideaal, daar profiteer ik van.”
Thuis bij de koffie informeren twee van Dogteroms kinderen of hij tijdens zijn rondleiding is ingegaan op de taakverdeling binnen het gezin. Verhalen over bonenpelsessies, waarbij het hele gezin zich om de tafel schaart om de bonenoogst te verwerken, wuift Dogterom lachend weg.
In plaats daarvan laat hij de buizenstellage zien die hij met hulp van een buurman om de kersenbomen monteerde. „Het zit toch wel in mijn karakter om klussen stevig aan te pakken. Als ik hier een net overheen hang, heb ik geen last van vraatschade.”
Dit is het derde artikel in een serie portretten van volkstuinders. Volgende week deel 4.