Economie

Zorghotel niet zomaar aftrekbaar

Een verblijf in een zorghotel zonder verpleging is niet aftrekbaar, vindt de fiscus. De rechter zegt dat ook. Aanpassing van de woning kan daarom fiscaal gezien voordeliger uitpakken.

Wilbert van Vliet
17 June 2010 08:33Gewijzigd op 14 November 2020 10:55

De afgelopen tientallen jaren is de duur van ziekenhuisopnames sterk verkort. Maar dat wil niet altijd zeggen dat patiënten direct na hun ontslag uit het ziekenhuis zelfstandig kunnen wonen. Zorg van familie kan onontbeerlijk zijn, en als dit niet mogelijk is, kan worden gedacht aan opname in een revalidatiecentrum of een zorghotel. De vraag komt op of de eventuele –niet door de verzekering vergoede– kosten aftrekbaar zijn.

Het gerechtshof in Den Haag heeft hier onlangs een oordeel over geveld.

De heer Jansen (de naam is gefingeerd) is al enige tijd arbeidsongeschikt in verband met ernstige botontkalking. In 2003 werd hij met ernstige rug- en buikklachten in het ziekenhuis opgenomen. Uiteindelijk werd osteoporose als diagnose gesteld.

Zijn internist verklaarde dat hij niet geheel zelfstandig in zijn dijkwoning kon verblijven. Jansen kreeg een indicatie voor een verblijf in een AWBZ-instelling. Hij kon hier echter geen gebruik van maken en na zijn ontslag verbleef hij daarom gedurende een aantal maanden 
’s nachts en deels ook overdag in een zogenoemd zorghotel. De overige dagdelen verbleef hij thuis. De kosten van de huur van zijn hotelkamer heeft hij afgetrokken in zijn aangifte als ziektekosten voor een bedrag van ruim 5000 euro.

Geen verpleging

De inspecteur accepteerde de aftrekpost niet. In het overleg en in de bezwaarfase kwamen de inspecteur en Jansen niet nader tot elkaar en daarom stapte Jansen uiteindelijk naar de rechter. Ook daar kreeg Jansen nul op het rekest en hij ging in hoger beroep. Jansen voerde bij het gerechtshof aan dat hij na zijn ontslag uit het ziekenhuis niet direct in zijn woning (met etages) kon gaan wonen. Hij had niet voor niets een indicatie voor een AWBZ-instelling gekregen. Daarom heeft hij een gelijkvloers appartement gehuurd in het zorghotel. Zijn huisarts en zijn fysiotherapeut –die bewegingstherapie gaf– bezochten hem in het hotel. Bovendien kon Jansen daar slapen in een elektrisch hoog-laagbed met een speciale Cubitomatras. Uiteindelijk was het verblijf het verlengde van zijn ziekenhuisopname en kon hij de verblijfskosten als ziektekosten in aftrek brengen in zijn aangifte.

De inspecteur verdedigde zich echter met het argument dat de verblijfskosten geen kosten van genees- en heelkundige hulp vormden. In het hotel werd immers geen verpleging geboden.

Het gerechtshof overwoog –evenals de rechtbank– dat de kosten eenvoudigweg huisvestingskosten vormden. Bovendien was het verblijf geen automatisch verlengstuk van de medische behandeling, ondanks de verklaring van de internist.

Huisarts

Jansen kreeg hier geen medische begeleiding en verzorging, afgezien van het bezoek van huisarts en fysiotherapeut, die net zo goed bij hem thuis hadden kunnen komen. Het appartement kon in dit kader ook niet worden aangemerkt als verpleeginrichting of zorgverlenende instelling. Het gerechtshof stelde de inspecteur dus in het gelijk.

Ligt deze uitspraak nu voor de hand? Op het eerste gezicht wel, met name omdat er van verzorging geen sprake was. Indien er tijdens het verblijf wel verpleegkundige hulp was geboden (ter voltooiing van de medische behandeling in het ziekenhuis) dan had de zaak anders gelegen. Maar blijkbaar had Jansen hier alleen maar gekozen voor het zorghotel vanwege een aantal specifieke voorzieningen, zoals het verblijf gelijkvloers en een speciaal bed (tenminste, andere redenen komen niet aan bod).

Hulpmiddelen

Overigens kunnen kosten van aanpassing van de woning en hulpmiddelen in de woning deels worden vergoed en bovendien (gedeeltelijk) fiscaal aftrekbaar zijn. Puur financieel gezien had Jansen dus wellicht beter kunnen kiezen voor aanpassingen in de woning en/of aanschaf van hulpmiddelen. Maar mogelijk was dit in de dijkwoning geen optie of kon dat niet tijdig worden geregeld.

Hoe dan ook, fiscaal gezien kan een verblijf in een zorghotel minder aantrekkelijk zijn dan aanpassingen in de woning. Maar in de praktijk zal niet iedereen van tevoren de optie hebben om de financiële mogelijkheden tot in detail na te gaan. Dit maakt dat de uitkomst –hoewel wettelijk juist– toch niet geheel bevredigend is.

De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl

Meer over
Fiscaliteiten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer