Dikke DAF met groot verlof

De legergroene brancarddrager achter de dienstfiets en de grote ”Truck of the Year 1988” hebben maar één ding gemeen: het naamplaatje. Gebroederlijk staan ze naast elkaar in het DAF-museum, dat deze week na een grondige verbouwing weer openging. Het tweetal is in goed gezelschap van ralleytrucks, bussen, Daffodillen en prototypen. Allemaal onder dak op historische grond.

Arie Coster
4 April 2003 16:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:14
Het vernieuwde DAF-museum opende deze week zijn deuren. - Foto RD, Anton Dommerholt
Het vernieuwde DAF-museum opende deze week zijn deuren. - Foto RD, Anton Dommerholt

Het is gezellig druk op het dorpsplein. Aan de vele tafeltjes zitten vermoeide reizigers bij te komen van een wandeling langs de DAF-geschiedenis. In de werkplaats van het garagebedrijf net naast het plein wordt nog gewerkt aan een Variomatic. Kleine kinderen staren likkebaardend naar al het moois achter de ruit van speelgoedwinkel ”Tongelrese & Zn.”. Niet verwonderlijk dat het daar ook allemaal DAF is wat de klok slaat. Miniaturen te kust en te keur. Bij de naastgelegen fotograaf kijken Hub en Wim van Doorne de bezoeker vanuit de etalage aan.

Het dorpsplein is een van de nieuwigheden in het museum, geeft manager Riny Carper aan. „We hebben veel kleine spullen die we zo op een leuke, speelse en realistische manier kunnen laten zien. We wilden niet alles in vitrines zetten, dat is zo statisch.” Carper had zijn handen vol aan de verbouwing en herinrichting van het museum. „Niets is op zijn plek gebleven en het meeste is door onze vrijwilligers gedaan.” Er waren tijden dat Carper -op de loonlijst van DAF’s pr -afdeling- meer dan honderd vrijwilligers aan moest sturen.

Alles is op zijn wieltjes terechtgekomen. Exact 10 jaar nadat het museum voor het publiek openging en precies 75 jaar nadat Hub van Doorne in zijn werkplaats aan het sleutelen sloeg, opende het museum afgelopen dinsdag zijn poorten. Aardig detail: de collectie is ondergebracht in een voormalige bierbrouwerij. En juist in die fabriek kreeg Hub als onderhoudsmonteur een plekje om aan zijn eigen ideeën te sleutelen.

Voor de Tweede Wereldoorlog waren dat vooral landbouwopleggers, vertelt Carper. „Daarna schakelde hij van lieverlee over op de ombouw van legertrucks en ontwikkelde Hub voertuigen naar eigen ontwerp. Meest bekende onderdeel is natuurlijk de Variomatic, een oneindige band met schakels, waarmee een versnellingsbak overbodig werd. Van Doorne paste het idee vanaf rond 1950 toe in personenauto’s, daarna ook in lichte vrachtwagens. De Continue Variabele Transmissie (CVT), zoals de Variomatic nu heet, is losgemaakt van DAF en ondergebracht bij Van Doorne’s Transmissie (VDT) in Tilburg. CVT is bezig aan een gestage opmars, vooral in Japanse auto’s.”

In de loop van jaren verzamelde een groepje DAF-enthousiastelingen allerlei producten uit de Eindhovense fabriek. „Vaak waren het oud-DAF-medewerkers die de band met ’hun’ bedrijf eigenlijk niet los konden laten. Zo stonden er hier en daar in het land dus allemaal kleine privé-verzamelingen.” In 1989 probeerde DAF alles te bundelen en kocht het bedrijf een aantal collecties én een pand waarin alles kon worden ondergebracht: de oude bierbrouwerij waarin Hub ooit zijn eerste eigen werkplekje had.

Doorstart
Het duurde nog tot 1993 voordat de collectie toegankelijk werd voor het grote publiek. Carper: „DAF richtte het museum in voor eigen gebruik. Jaarlijks kwamen duizenden mensen op bezoek bij de DAF-fabrieken en zij namen ook altijd een kijkje bij de pronkstukken.”

Pas in 1993 kan het museum open voor bezoekers van buitenaf. Maar, juist in de tijd dat de opening gepland staat, gaat DAF failliet. „Omdat het museum in zijn inboedel van het moederbedrijf is, vervalt alles aan de curator. Uiteindelijk hebben ook wij, in samenspraak met het nieuwe DAF, de banken, de gemeente en de familie Van Doorne, een doorstart kunnen maken.”

Carper heeft nu vrijwel alles staan. „Uiteraard hebben wij niet elk type dat ooit gemaakt is. Wij streven ernaar de markante punten uit de geschiedenis een plaatsje te geven. Dat zijn wat de trucks betreft de D50, met de eerste eigen DAF-cabine, de D0, de 2600, 2800, de DAF 95 en de 75/85-serie. Wat de auto’s betreft, is er natuurlijk een afgesloten tijdperk. Wij zijn trots op onze verzameling DAF’s, Daffodillen en Variomatics in tientallens soorten en maten.”

Om alles een beetje logisch en overzichtelijk te houden, heeft Carper de objecten in het nieuwe museum „in een tijdpad gegroepeerd.” Zo is de ontwikkeling van motoren goed te volgen, staan een aantal woestijnrallytrucks aan de start en laat een rijtje distributievrachtwagens zien dat ze op hun terrein hun mannetje staan.

Archief
Imponerend is het militaire materiaal. DAF is al jarenlang een groot leverancier van legergroene voertuigen en motoren voor pantsterwagens. De YP, de viertonner, de tientonner. Menig dienstplichtig soldaat heeft zitten afzien op producten uit Eindhoven. Topper is natuurlijk de ”dikke DAF”, een 6x6.

Behalve het hele scala aan voertuigen, herbergt het museum ook een omvangrijk archief. Carper: „Wij krijgen hier dagelijks aanvragen over restauratie en op- en ombouw. Daar weten wij ook veel van omdat wij die werkzaamheden ook zelf uitvoeren. Bovendien hebben wij een schat aan folders, brochures, handboeken en dergelijke. Ook dat aspect van het museum willen wij meer naar voren gaan brengen. Het DAF-museum moet eigenlijk het middelpunt zijn voor ieder die iets uit of over de historie van dit merk wil weten.”

Meer informatie: www.dafmuseum.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer