Dat staat in het rapport ”Prostituanten van Nederland in beeld gebracht”. Het onderzoek is in opdracht van de organisatie Christelijke Hulp aan Prostituanten (CHAP) uitgevoerd door de CHE-studenten Phia Dekens en Dorien Harder. De uitkomsten worden vanavond in Den Haag gepresenteerd.

De studenten ondervroegen 307 bezoekers van bordelen in Amsterdam, Alkmaar en Den Haag. Ook namen ze diepte-interviews af met vier ex-prostituanten. Volgens CHAP is er niet eerder op deze schaal onderzoek gedaan naar deze „onzichtbare en onderbelichte groep.” De organisatie maakt sinds vandaag onderdeel uit van Tot Heil des Volks.

Meer dan de helft van de deelnemers aan het onderzoek (61 procent) is alleenstaand. In deze categorie vallen ook weduwnaars en gescheiden mannen. Ruim 26 procent is getrouwd en nog eens 12 procent heeft een relatie met een vriendin. Een deel van hen woont samen.

Van de ondervraagde mannen noemt 67 procent zichzelf niet religieus; 20 procent is christen en 11 procent moslim. Van de laatste twee groepen bezoekt overigens slechts 15 procent meer dan eens per maand een kerk of moskee.

Als reden voor het prostitutiebezoek geeft 45 procent het ontbreken van een relatie aan, waardoor seksuele behoeften niet worden bevredigd. De mannen die wel een vrouw of vriendin hebben, zijn in veel gevallen op zoek naar „extra spanning”, soms uit ontevredenheid over hun eigen relatie. Ruim 5 procent bezoekt een prostituee uit eenzaamheid.

De grootste groep (35 procent) valt in de leeftijdscategorie 31 tot 45 jaar. Hoe jonger het eerste bordeelbezoek plaatsvond, hoe hoger de huidige frequentie daarvan. Zo’n 44 procent was bij het eerste bezoek jonger dan 20 jaar. Meer dan de helft (53 procent) bezoekt op dit moment één keer per maand of vaker een prostituee.

Bij de groep die wel eens heeft overwogen te stoppen met bordeelbezoek (25 procent) spelen zowel financiële redenen als gewetensvragen een rol. Vijf procent zegt seksverslaafd te zijn en geeft aan daarmee moeite te hebben; nog eens 14 procent ziet zichzelf ook als verslaafd maar ervaart dat niet als een probleem.

Vanwege de jonge leeftijd waarop velen voor het eerst een prostituee bezochten, pleiten de onderzoekers ervoor al in groep 8 van de basisschool te starten met preventielessen. Ook zou een breed bewustwordingsproces rond bordeelbezoek op gang moeten worden gebracht, in de samenleving, bij politieke partijen en in kerken.

Op dit moment besteedt CHAP op kleine schaal aandacht aan preventie en voorlichting. Zij richt zich, vanuit een christelijke overtuiging, vooral op hulp aan prostituanten, omdat „ze gelooft dat er altijd een weg terug is.”

CHAP is sinds 2004 actief in Den Haag en sinds eind vorig jaar ook in Amsterdam. Medewerkers spreken mannen aan die een prostitutiestraat inlopen. Ze overhandigen hun een kaartje dat verwijst naar een website met informatie over mogelijkheden voor hulp. Aan de hand van een test kunnen de mannen nagaan of ze seksverslaafd zijn.

Tot Heil des Volks wil het werk van CHAP de komende tijd professionaliseren en uitbreiden.