De president van de Vaticaanse Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen, Angelo Amato, ging voor in de eucharistieviering op het Pilsudskiplein waarin de priester zalig werd verklaard. Omdat Popieluszko als martelaar voor het geloof is erkend, hoefde aan hem geen wonder te worden toegeschreven om voor een zaligverklaring in aanmerking te komen. Ongeveer honderd bisschoppen, premier Donald Tusk en de Poolse voorzitter van het Europees Parlement, Jerzy Buzek, woonden de plechtigheid bij.

Popieluszko was 37 jaar, toen hij werd vermoord. Hij kwam in aanraking met Solidariteit, toen hij stakers in een staalfabriek geestelijk bijstond. Solidariteit was de eerste onafhankelijke vakbond in het toen nog communistische Oost-Europa. Hij werd eind 1981 verboden. Popieluszko bleef kritiek op de communisten spuien en riep de bevolking op zich te verzetten tegen de machthebbers, die de staat van beleg hadden uitgeroepen.

Doordat de preken van de priester via de zender Free Europe te beluisteren waren, werden zij in heel Polen bekend. Dat wekte de woede van de binnenlandse veiligheidsdienst. Popieluszko werd hij op 19 oktober 1984 ontvoerd en gedood. Elf dagen later werd zijn lichaam in de rivier de Wisla aangetroffen. Meer dan 250.000 mensen woonden de begrafenis bij.

Drie agenten van de binnenlandse veiligheidsdienst werden voor de moord tot celstraffen van veertien tot 25 jaar veroordeeld. Zij profiteerden enkele jaren later van een amnestieregeling.