„Verzoening komt bij God vandaan”
GOUDA – „Verzoening en vergeving zijn voor de moderne kerkganger niet actueel. Het is een thema dat onverstaanbaar en onaanvaardbaar is. In kerken die willen staan in de reformatorische traditie heeft verzoening door voldoening nog wel een plaats, al verschilt de plaats die de noodzaak van verzoening en vergeving heeft nogal.”
Dat zei ds. L. Terlouw donderdagavond op de jaarlijkse thema-avond van de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO) die door de Gereformeerde Gemeenten wordt aangeboden. Het thema was ”Verzoening en vergeving”. Daarover is volgens de predikant uit Barendrecht al veel geschreven en gedogmatiseerd. „Er gaat echter een vraag aan vooraf”, zei hij. „Is het de nood van mijn leven dat mijn schuld nog openstaat? Daar moet een antwoord op komen.”
Voor sommigen zijn verzoening en vergeving gedachtencomplexen, aldus ds. Terlouw. „Met verzoening door voldoening kun je vandaag de dag toch niet meer aankomen?” Hij constateerde dat het in veel Nederlandse kerken op geen enkele wijze een plaats meer heeft. „Het offer van Christus wordt niet nodig geacht. De ernst van de zonden, de breuk met God, wordt niet verkondigd en daarom is er ook geen enkele roep om behoud, om verzoening, om vergeving.”
In het Oude Testament staat verzoening vooral in het kader van de offerdienst. Verzoening betekent ook bedekken. Ds. Terlouw: „In het kader van de offerdienst is verzoening een gave van God en geen automatisme. Het is ook een eis van God. Laat u met God verzoenen!”
Hij liet verder zien hoe Grote Verzoendag de verzoening predikt als schuldbedekking en plaatsvervanging in de bok die werd weggezonden. „En zegt Jesaja niet dat de lijdende Knecht des Heeren verzoening predikt in het wegdragen van veler ongerechtigheden?”
In het Nieuwe Testament worden twee woorden voor verzoening gebruikt, zei hij. Het ene woord ziet op herstel van de verhouding met God. Het tweede wijst op de plaatsvervanging. „Christus’ dood alleen verzoent de overtredingen.”
Voor vergeven kent het Oude Testament eveneens twee woorden. Het eerste woord, dat ook buiten de relatie met God wordt gebruikt, ziet op het wegdragen of vergeven van zonden. Het andere wordt alleen door God gebruikt. „Buiten vergeving is er geen leven voor God. Vergeving volgt op belijdenis van zonden en berouw.”
Vergeven staat tegenover zonden en schuld. Vergeving is alleen mogelijk in het heilshandelen van Christus. Zonder bloedstorting is er geen vergeving. „Vergeven is op grond van recht het wegdragen van zonden en schuld om het bloed van Christus.”
De predikant gaf ook aan hoe in de belijdenisgeschriften over verzoening en vergeving wordt gesproken. „Deze geschriften geven gelovig getuigenis op grond van Gods Woord wat verzoening en vergeving voor een verloren zondaar betekenen.”
Van de notie alverzoening is volgens ds. Terlouw al sinds de tweede eeuw sprake. Verloren gaan wordt dan vanwege Gods liefde tot een onmogelijke mogelijkheid verklaard. „De Dordtse Leerregels spreken echter over de algenoegzaamheid van Christus’ offer, maar de werkzaamheid van de verzoening beperkt zich tot de uitverkorenen. Baxter, de vader van het gereformeerd evangelicalisme, achtte de mens wel verdorven door de zonde, maar zag in de menselijke rede toch nog een mogelijkheid om op het appel van God te antwoorden.”
De prediking wordt door Paulus „bediening der verzoening” genoemd. „Zonder verzoening zou de prediking niet uitgaan. De prediking gaat uit van het welbehagen van God en rust op de algenoegzaamheid van het offer van Christus. Deze prediking gaat uit met bevel van bekering en geloof.”
Dit bevel wordt volgens ds. Terlouw zonder onderscheid gepredikt en heeft tweeërlei vrucht: een zich niet bekeren in ongeloof en vergaan door eigen schuld, of van het verderf verlost en behouden worden. „Een weldaad die de mens uit louter genade deelachtig wordt.”
In de forumbespreking, waaraan behalve ds. Terlouw ds. M. Karens (Werkendam) en CGO-voorzitter ds. B. van der Heiden (Alblasserdam) deelnamen, werd de vraag gesteld wie in de verzoening delen. Wordt in 1 Joh. 2:5 niet gesproken van de gehele wereld?
Ds. Terlouw: „Met deze tekst verdedigen de remonstranten hun verzoeningsleer.” Ds. Van der Heiden zei liever de nadruk te leggen op de verhouding met God die hersteld moet worden dan op vergeving. „Door de zonde is de mens God kwijt geraakt. Door genade wordt die gemeenschap hersteld.”