Dat heeft de Raad voor Rechtsbijstand donderdag laten weten.

Het idee was dat verdachten sneller advies konden inwinnen bij een advocaat. Daarmee zou het onderzoek van de politie minder vertraging oplopen en verdachten hoefden dan minder lang te wachten. Maar voor de raadslieden bleek er vaak te weinig werk en hun aanwezigheid was, zeker in Capelle aan den IJssel, daarom niet rendabel.

„De kosten van het voortdurend aanwezig zijn van advocaten op het bureau wegen daarmee niet op tegen de kosten van het gewone systeem van piketdiensten”, aldus de Raad voor Rechtsbijstand in een evaluatie.

In Utrecht en Houten was er ook onvoldoende werk voor twee advocaten. De raad zet de proef daar van 1 juni tot 1 december wel voort. ’s Ochtends is er een raadsman aanwezig in het arrestantencomplex in Houten, ’s middags is er iemand op het bureau in Utrecht.

„Er wordt door verdachten goed gebruikgemaakt van de mogelijkheid direct een advocaat te spreken, maar wel alleen op drukke uren. Daarom gaan we er op die tijden mee door en is er in de luwe uren straks geen advocaat meer”, aldus een woordvoerster van het openbaar ministerie in Utrecht.

De raad werkte bij de proeven samen met advocaten, politie en het OM. De proeven werden opgezet naar aanleiding van een uitspraak van het Europees 
Hof voor de Rechten van de mens, het zogenaamde Salduz­arrest.

Een burger heeft binnen twee uur na zijn aanhouding recht op een kosteloos consult van een advocaat, nog voordat hij op het politiebureau mag worden verhoord.