Tenzij
„En tot zichzelf gekomen zijnde, zeide hij: Hoevele huurlingen mijns vaders…” Lukas 15:17
Zelfs mijn beste gebeden zijn de Heere een gruwel. Indien mijn gebeden dat al zijn, wat zijn dan mijn persoon en al mijn zondige lusten?Zie wat wij doen met een dode. Wij mogen hem beklagen en hem begraven, maar wij kunnen hem niet levend maken.
Wij kunnen ons ontfermen over een ellendige dronkaard en voor hem bidden en hem begraven met tranen. Wij kunnen hem echter niet behouden. Ja, al de middelen in de wereld kunnen hem niet behouden, zo de Heere niet met Zijn grote kracht van de hemel komt en zijn hart bewerkt.
Er staat: die niet gelooft, is alrede veroordeeld. Christus zegt niet: die kan veroordeeld worden, maar het vonnis is al over hem uitgesproken. Zijn harde hart was nooit recht verbroken. Zijn trots was nooit tevreden om te scheiden van zichzelf en te buigen voor Christus. Daarom gaat hij voor eeuwig verloren.
Elk natuurlijk mens is een ongelovige en daarom ligt hij onder het vonnis der verdoemenis, tenzij het de Heere belieft zijn ogen te openen en zijn hart te breken en hem te trekken uit die staat.
Thomas Hooker, predikant te Newton (New England)
(”De ware zielsvernedering”, 1678)