Beroofd
„En tot zichzelven gekomen zijnde, zei hij: Hoevele huurlingen mijns vaders…” Lukas 15:17
De apostel zegt: „Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont.” Alle mensen zijn van nature vlees. Denk dan over uzelf na en zeg: Nooit was er in mijn hart een goede gedachte, noch deed ik enige goede daad. Want in mij woont geen geestelijk goed. Er mag zedelijk goed in mij zijn. Maar al zijn wij zedelijk goed, dan deugen wij toch geestelijk niet. Hoe u zich ook oppronkt en meent iets te zijn, er is toch niet het minste geestelijk goed in u, tenzij God uw hart bewerkt. Wat u ook gedacht of gedaan hebt, het is alles ijdel.Nu volgt de tweede trap om u aan uw ellende te ontdekken. U bent niet alleen beroofd van alle geestelijke bekwaamheid, maar u bent dood in zonde en misdaden. Wat dat is? Een mens is geheel bezet met een lichaam der verdorvenheid. Het zaad van alle gruwelen is door de gehele mens verspreid en het verzuurt de gehele massa van lichaam en ziel. Vele malen leest u deze spreekwijze in de Schrift, maar u vat ze niet. Het is als bij een dood lichaam, dat beroofd is van de ziel. Er komt een soort van ongevoeligheid bij.
Thomas Hooker, predikant te Newton (New Engeland)
(”De ware zielsvernedering”, 1678)