In het boek (uitgegeven bij Meinema, Heerenveen) gaan beide schrijvers onder meer in gesprek over de traditie, de sacramenten, het bestuur van de kerk en de Mariaverering. In het voorwoord schrijven zij dat er meer is dat hen aan elkaar verbindt dan hen scheidt. Toch blijven er in het boek verschillende pijnpunten over, zoals de visie op de mis (transsubstantiatie), het pausschap en de verering van Maria.

Dr. De Korte, bisschop van het bisdom Groningen-Leeuwarden, stelde gisteren dat er op oecumenisch niveau veel is bereikt. „Wij noemen elkaar geen ketters en papen meer maar broeders en zusters.” Naar zijn inschatting zijn de overeenkomsten, zoals de liefde voor de Heilige Schrift, de menswording van God, de Drie-eenheid en de spiritualiteit van de middeleeuwen, groter dan de verschillen. „Maar er moet nog veel gebeuren. Een volledige communio staat nog uit en vormt toekomstmuziek.” De theologische verschillen die blijven, betreffen zijn inziens vooral de kerk, de ambten en de sacramenten.

Maar naast een „indringende theologische dialoog” is ook een toenadering van culturen ontzettend belangrijk. „In de praktijk zijn de nestgeurverschillen minstens even belemmerend voor de eenheid als de theologische verschillen.”

Dr. Ouweneel vond het tijd –na bijna 500 jaar gescheiden optrekken van Rome en Reformatie– om de banden weer aan te knopen. „Het wordt tijd om een stap vooruit te zetten. Ik heb het dan niet over organisatorische verbanden maar over het aanknopen van geestelijke relaties. Daarvoor moeten we eerst goed naar elkaar luisteren in de hoop dat het mag leiden tot betere begrip en hechtere banden.”

Het eerste exemplaar van het boek werd door uitgever Henk Medema aangeboden aan ds. A. van der Veer, als „vertegenwoordiger van de oecumene van het hart.” Deze memoreerde een recent bezoek aan ds. H. J. Hegger (94), vele decennia intensief betrokken bij de relatie met Rome. Ds. Van der Veer legde ds. Hegger de vraag voor wat hij zou willen meegeven op de presentatiebijeenkomst van het boek. Ds. Hegger: „Er blijft maar één ding over: één in de levende Christus.”