TEST_Structuur en een goede buur
Ze zijn op weg naar een zelfstandig bestaan en kunnen een steuntje in de rug goed gebruiken. Een woongroep van Stichting Timon biedt jongvolwassenen de mogelijkheid zich te ontwikkelen in een veilige omgeving die hun de nodige structuur én sociale contacten biedt. De eerste ging 25 jaar geleden in Houten van start.
„In mijn Heer vind ik mijn sterkte, in mijn God mijn vreugdezang.” In de gezamenlijke eetkamer van een van de drie woongroepen van Stichting Timon in Houten klinkt op deze maandagavond een lied. Rond de tafel zitten dertien personen, die zojuist gevulde tortilla, sla en griesmeelpap hebben genuttigd. De Bijbellezing ging over Jona.
De avondmaaltijd, bij toerbeurt door twee bewoners klaargemaakt, vormt op doordeweekse dagen een vast moment van ontmoeting. Hij biedt de mogelijkheid de ervaringen van de dag uit te wisselen en met elkaar mee te leven, maar ook om plannen te maken. „Wie heeft er zin om vanavond te gaan wandelen?” zo luidt een voorstel.
De echtparen Jan en Aja Kaldeway en Piet en Sabine van der Heijden stonden in 1985 aan de wieg van de eerste woongroep van Stichting Timon. Samen met twee singles vormden ze de kernbewoners van de groep, waarvan ook zes jongvolwassenen –tijdelijke ”meewoners”– deel uitmaken. Na ruim tien jaar namen de singles kort na elkaar afscheid vanwege een huwelijk. Twee anderen kwamen voor hen in de plaats.
Sabine werkte indertijd als maatschappelijk werker bij Timon, een christelijke organisatie die psychosociale hulp biedt. In aanvulling op de crisisopvang en ambulante behandeling ontstond behoefte aan een plek waar mensen van achttien tot dertig jaar een periode van gemiddeld anderhalf tot twee jaar konden verblijven. „De woongroep biedt een tussenstap op weg naar een zelfstandig bestaan”, zegt Sabine.
Het plan om een woongroep te starten sloot aan bij het verlangen van Piet en Sabine, die geen kinderen kregen, om „niet met z’n tweeën in een huisje te blijven zitten.” Ook Jan en Aja Kaldeway, ouders van twee zonen, waren van meet af aan enthousiast. Jan: „Wij zagen de woongroep als de ideale samenleving, die een tegenwicht biedt aan het individualisme. Bovendien wilden we graag iets voor jongeren betekenen.”
Dat beide echtparen nu hun 25-jarig jubileum in de woongroep vieren, onderstreept dat ze geen spijt kregen van hun beslissing. „Het is leuk steeds opnieuw kennis te maken met jonge mensen. We hopen eraan bij te dragen dat ze een goede plek krijgen in de samenleving.”
De praktijk leert volgens Jan dat ongeveer driekwart van de meewoners goed terechtkomt. „Zij bouwen een zelfstandig bestaan op. Sommigen trouwen en krijgen kinderen. Ik krijg er steeds weer energie van als ik zo’n ontwikkeling bij mensen zie”, zegt Jan, die als docent pedagogiek op de Christelijke Hogeschool Ede werkt.
Ruim 65 meewoners maakten in de loop der jaren deel uit van de woongroep. In de begintijd ging het relatief vaak om jongeren die verslaafd waren geweest aan alcohol of drugs. Later kwam het accent meer te liggen op jongvolwassenen die behoefte hebben aan structuur en verantwoordelijkheid moeten leren dragen.
Alle kernbewoners benadrukken dat de woongroep geen therapeutische gemeenschap is. De meewoners hebben een dagbesteding –studie of werk– van minimaal 80 procent. Bij een aantal zaken, bijvoorbeeld het beheer van hun financiën, krijgen ze eens per week begeleiding van een medewerker van de hulpverleningspoot van Timon. De groep biedt hun vooral de nodige structuur, in een veilige omgeving.
Eens in de circa zes weken staat er een gezamenlijke weekendactiviteit op het programma. De groepsleden organiseren die bij toerbeurt. Het kan gaan om sportieve of creatieve bezigheden. Een andere keer werken kernbewoners en meewoners samen in de ruime binnentuin.
Sabine: „De ‘therapie’ van de woongroep is die van het gewone leven: het zonder ruzie of spanningen met elkaar eten, verjaardagen vieren. Er zijn mensen die dat in hun leven hebben gemist en het hier voor het eerst meemaken. Piet en ik waren onlangs 25 jaar getrouwd. Dat een huwelijk zo lang standhoudt, vinden sommigen ook een bijzonderheid.”
Het beeld dat het leven in een woongroep een forse inbreuk op de privacy betekent, herkennen de kernbewoners slechts ten dele. Jan: „Je geeft een deel van je privacy op, maar iedereen heeft hier een eigen woning waarin hij zich kan terugtrekken. In de weekenden en de vakanties zijn we ook op onszelf. Al kun je voor praktische vragen altijd bij elkaar aankloppen, zoals je normaal ook zou doen bij je buren.”
Sabine erkent dat het woongroepleven niet altijd eenvoudig is. „Je leeft samen met mensen die je niet zelf hebt uitgezocht. Dat is soms best moeilijk, vooral als ze uit een heel ander milieu komen. Maar tegelijk heeft dat ook een leuke, verrijkende kant.”
Het valt de kernbewoners zwaar als het psychisch slecht gaat met een meewoner. Aja: „Dat geeft een gevoel van grote machteloosheid.” Jan: „Soms moet je het besluit nemen dat iemand hier niet langer kan blijven. Een opname in bijvoorbeeld een psychiatrische instelling kan dan nodig zijn.”
In de achterliggende kwarteeuw maakten de kernbewoners diverse crises van meewoners mee, met als dieptepunten de suïcide van twee oud-bewoners. „Dat is enorm zwaar”, zegt Aja. „Tegelijkertijd merk je juist dan wat je in de groep aan elkaar hebt, onder meer door met elkaar te bidden.”
Van meewoners wordt gevraagd dat ze de christelijke identiteit van Timon respecteren. Die komt met name tot uiting rond de maaltijden, maar ook in aandacht voor bijvoorbeeld de christelijke feestdagen. „Er zijn mensen geweest die hier het geloof op de een of andere manier hebben gevonden of teruggevonden”, zegt Piet.
Terwijl de meeste bewoners na het avondeten hun eigen bezigheden oppakken, nemen Gerdien (20), Linda (23) en Ray (24) plaats op de rode en blauwe banken in de gezamenlijke kamer om over hun ervaringen met de woongroep te vertellen. Ze verblijven sinds korte of langere tijd in een zelf ingericht appartement van Timon, met een woonkamer, slaapkamer, keuken, douche en balkon.
„Ik voel me hier heel vrij, heb m’n eigen huisje, m’n eigen contacten”, zegt Gerdien, die een maand geleden in de woongroep kwam. „We doen allemaal onze eigen dingen, maar kunnen als het nodig is op elkaar terugvallen. En we eten samen. Dat vind ik gezellig.”
Gerdien meldde zich onder meer aan voor de woongroep omdat het haar een te grote stap leek vanuit het ouderlijk huis meteen volledig op eigen benen te gaan staan. „Nu is er bijvoorbeeld iemand die me helpt mijn rekeningen bij te houden. Ik denk dat ik hier twee jaar blijf om dan helemaal zelfstandig uit te vliegen.”
Linda geeft aan dat ze geruime tijd nodig had om te wennen aan de woongroep. Na bijna vijf maanden heeft ze haar draai echter helemaal gevonden. De mix van enerzijds zelfstandigheid en anderzijds de wekelijkse begeleiding door een medewerker van Timon en de nodige vaste contacten in de woongroep waardeert ze.
„Ik kan mezelf hier verder ontwikkelen en wil die mogelijkheid goed benutten. Koken is mijn hobby. Ik vind het leuk om dat elke donderdag voor de hele groep te doen. In het weekend kook ik in mijn eigen huis, waar ik regelmatig vrienden uitnodig”, zegt Linda, die als onderwijzeres op een basisschool werkt.
Ray, werkzaam in een telecomwinkel, verblijft ruim twee jaar in de woongroep en is al enige tijd op zoek naar een eigen woning. Het uitbreiden van sociale contacten was een van zijn aandachtspunten toen hij bij Timon kwam. „Je loopt hier gemakkelijk bij je buren binnen om wat te praten of samen een filmpje te kijken. Maar nu ben ik er echt aan toe om helemaal op mezelf te gaan wonen.”
Jubileum Timon
Een woongroep van Stichting Timon biedt ruimte aan jongvolwassenen van 18 tot 30 jaar die een sociaal netwerk en professionele begeleiding nodig hebben op weg naar volledige zelfstandigheid. De zogenaamde kernbewoners –echtparen, gezinnen en singles– bieden de ”meewoners” vanuit een christelijke levensovertuiging als „goede buur” een luisterend oor, een zekere structuur en een sociaal netwerk. Woonbegeleiders van Timon Ambulante Jongvolwassenenzorg nemen de professionele begeleiding voor hun rekening.
In 1985 opende Timon in Houten de eerste woongroep. Intussen zijn er ook vestigingen in onder meer Amersfoort, Amsterdam, Enschede, Rotterdam, Zeist en Zwolle. Naar verwachting gaat komend najaar in Utrecht de twaalfde woongroep van start.
Op 29 mei houden de woongroepen een open dag. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan verschijnt bovendien het boek ”Grote pannen”. Dit kookboek (17,50 euro excl. verzendkosten) geeft een kijkje in de keuken van de diverse woongroepen en biedt kookideeën voor grote groepen.