„Opwekking start met verootmoediging”
„In een gezamenlijk verlangen naar een opwekking” was zaterdag in Doorn een groep mensen bijeen op de gebedsdag van het Evangelisch Reformatorisch Ontwaken (ERO).
Zowel Feike ter Velde, voormalig programmamaker bij de Evangelische Omroep en momenteel hoofdredacteur van het blad Het Zoeklicht, als ds. H. J. Hegger sprak een appèlwoord. Ter Velde stelde vast dat nu ook in reformatorische kringen de boodschap van opwekking leeft. „Die boodschap moet in alle kringen gehoord worden. Elke generatie heeft een opwekking nodig. Woord en Geest kunnen die uitwerken.”
„Het grote verval van het Nederlandse volk wordt op de meest afschuwelijk manieren gepropageerd”, zei Ter Velde. „Met name op televisie zie je het enorme verval van deze dagen. Wat is ons volk weggezakt in de zonde en duisternis. Daar komt het oordeel van God over.” De ex-programmamaker sprak over „bidden vanuit geestelijke nood”, naar aanleiding van Jesaja 64: „Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt.”
Ter Velde vergeleek de geestelijke donkerheid in Nederland met die van het volk Israël in de tijd van Jesaja. „De wolken van het oordeel op de zonde doen echter de genade van de Heere oplichten. Zoals een juwelier zijn schitterendste diamanten op zwart fluweel legt om ze nog beter te doen uitkomen.”
Een opwekking hoeft per definitie geen oude structuren te veranderen, was Ter Velde van mening. Hij gebruikte het voorbeeld van een gemeente die haar gezangen gaandeweg had aangepast. Totdat er een opwekking plaatshad. Ter Velde: „Toen vroegen ze: Kunnen we de oude liederen weer gaan zingen? Een opwekking gooit niet alles overboord, maar vernieuwt de oude dingen. Er hoeft geen belijdenis te veranderen. Gods Geest komt binnen de oude structuren en brengt alles tot leven.”
Aansluitend op de lezing van Ter Velde was er een uur van gebed en samenzang, waarbij sommigen de tranen de vrije loop lieten. Gebed was er voor „reformatorische jongeren die naar geestelijk voedsel zoeken en voor een groot aantal plaatsen in Nederland waar de refojeugd massaal de bar bezoekt.” Gebed was er ook voor docenten en scholen die als taak hebben jongeren van Christus te vertellen. Ook werd gebeden om een opwekking in de kerkelijke gemeenten. In een aankondiging voor deze dag stond dat „het geestelijke leven steeds meer wegkwijnt en plaats maakt voor dode godsdienstige vormen of voor machten van de satan.”
Ds. H. J. Hegger benadrukte in zijn lezing, getiteld ”Goddelijke uitkomst in de nood”, de persoonlijke zonde en schuld. „Een opwekking begint met consequenties in het gewone leven. Als je in onmin met een ander leeft, moet je bij jezelf beginnen en vergeving vragen. Anders raak je de vrede van de Heere kwijt. Je kunt over de zonde praten en intussen jezelf behouden”, zei ds. Hegger. „Zondebesef is je realiseren dat alles om jou heeft gedraaid. Gaat het echt om Gods koninkrijk of moet jouw haan koning kraaien?”
Tijdens de groepsgesprekken zocht men de oorzaak van de geestelijke nood in verschillende dingen. Een jongere vroeg zich af of de oorzaak misschien lag in het feit dat velen zichzelf niet kunnen verloochenen. „Men wil wel geloven, maar niet alles inleveren. Men wil een overwinning zonder strijd.” Een oudere vrouw was er diep van overtuigd dat verootmoediging noodzakelijk is voor een opwekking. „Wij en onze vaderen hebben gezondigd. Ik ben een deel van het Nederlandse volk. Ik ben een deel van de kerk. Wij hebben een opwekking niet in onze zak zitten, maar de Heere geeft die uit genade.”