Ahmadinejad haalt uit naar Nederland
De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad vindt dat Nederland, Duitsland, Italië en Japan hun kernwapens moeten ontmantelen. Dat zei hij maandag in zijn toespraak bij de conferentie in New York over het internationaal verdrag tegen het verspreiden van kernwapens, het Non–Proliferatie Verdrag (NPT).
De top in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties begon maandag en duurt tot 28 mei. Op de zogenoemde herzieningsconferentie, die om de vijf jaar wordt gehouden, zijn delegaties van de 189 landen aanwezig die het NPT hebben getekend. De Nederlandse delegatie liep net als de afgevaardigden van de Verenigde Staten, Groot–Brittannië en Frankrijk demonstratief de zaal uit toen Ahmadinejad zijn opwachting maakte.Zoals verwacht viel Ahmadinejad in zijn toespraak vooral de Verenigde Staten aan. Dat land moet volgens de Iraanse president worden geschorst als lid van de bestuursraad van de atoomwaakhond IAEA, net als andere landen die beschikken over atoomwapens en die Iran daarmee bedreigen. „Hoe kunnen de Verenigde Staten lid zijn van de raad van toezichthouders terwijl zij nucleaire wapens hebben gebruikt tegen Japan?”, aldus Ahmadinejad, die verder nog stelde dat het Amerikaanse leger nucleaire wapens heeft ingezet in de oorlog in Irak.
Verder pleitte de president van Iran er nog voor dat de Verenigde Naties een eventuele aanval op de „vreedzame nucleaire installaties” van Iran zo snel mogelijk moeten veroordelen. Westerse landen, en dan met name de Verenigde Staten, Israël, Groot–Brittannië en Frankrijk, beschuldigen Iran ervan zelf op kernwapens uit te zijn. Teheran ontkent dat in alle toonaarden.
Voor minister Verhagen van Buitenlandse Zaken was de toespraak van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad „een aaneenschakeling van ongefundeerde en onaanvaardbare beschuldigingen aan het adres van Europese landen, de Verenigde Staten en Israël”. Dat was voor de Nederlandse diplomaten – Verhagen bevond zich op dat moment elders in het VN–gebouw – reden om tijdens de speech van de Iraanse leider op te stappen.
Verhagen zei in een reactie dat de speech van Ahmadinejad „niets constructiefs bijdroeg aan de discussie hoe we de wereld kernwapenvrij kunnen maken. Die discussie is te belangrijk om te laten overschaduwen door dit soort retoriek. Daarom heeft de Nederlandse delegatie de zaal verlaten”.
De minister benadrukt dat Nederland de zaal niet verliet vanwege opmerkingen van Ahmadinejad over Amerikaanse bases met kernwapens in Europese landen (Ahmadinejad noemde onder meer Nederland), maar pas op het moment dat de Iraanse president Israël ervan beschuldigde andere landen in de regio te willen binnenvallen en terreur te willen zaaien.
Verhagen stelde dat Iran „probeert met retoriek de aandacht af te leiden” van het eigen nucleaire programma. „Als Iran echt zou vinden dat kernwapens iets zijn om je voor te schamen, zouden ze zelf ook moeten afzien van pogingen om kernwapens te verwerven en open kaart moeten spelen over hun nucleaire programma”.
En anders dan Ahmadinejad, meent Verhagen dat Israël niet het probleem is in het Midden–Oosten. „Het vermeende bezit van kernwapens heeft nooit tot een wapenwedloop geleid. Landen als Egypte en Saoedi–Arabië zijn zelf pas hardop over kernwapens gaan praten toen Iran met zijn programma begon. Het is het Iraanse programma dat die wedloop veroorzaakt”, zei Verhagen.
Hij denkt dat de opstelling van Iran een succesvolle conferentie niet in de weg hoeft te staan, mits de overige landen het eens kunnen worden. Op de conferentie wordt onder meer gesproken over een ’leenbank’, waar landen uranium kunnen afnemen voor energiecentrales en ziekenhuizen. Dit komt volgens Verhagen tegemoet aan de Iraanse wensen. „Iran heeft dan geen excuses meer om dwars te liggen”.