Roep om revisie NBV
De synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) praat donderdag over het wel of niet toelaten van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) als een van de officiële kanselbijbels. Nadat het besluitvoorstel van het synodebestuur bekend was geworden, leek de goedkeuring van de NBV als kanselbijbel in de PKN slechts een formaliteit. Het moderamen pleit immers vóór goedkeuring, ondanks dat in brede delen van de Protestantse Kerk verzet blijft bestaan tegen de NBV.
Dat verzet komt overigens niet zozeer uit de hoek van de Gereformeerde Bond, omdat de meeste gemeenten die zich rekenen tot deze modaliteit de Statenvertaling gebruiken en dus de Nieuwe Bijbelvertaling niet in de praktijk beproefd hebben. Voor de Bond is het gebruik van de NBV in de erediensten geen optie, juist niet omdat er belangrijke vragen leven bij de gekozen vertaalprincipes voor deze vertaling.Is de Statenvertaling een zeer brontaalgerichte vertaling, de NBV is veel meer doeltaalgericht. In de praktijk betekent dit dat bij het vertalen van de Hebreeuwse en Griekse grondtekst bij de NBV sterk gekeken is hoe de grondtekst in zo begrijpelijk mogelijk Nederlands kan worden weergegeven. Bij de statenvertalers lag de focus op het zo letterlijk mogelijk vertalen van de grondtekst.
Dinsdag kwam een tegenvoorstel in de publiciteit waarin de zogenoemde commissie van rapport –een groep synodeleden die de voorstellen van het synodebestuur beoordeelt voor ze in de synode besproken worden– adviseert met de goedkeuring van de NBV als kanselbijbel in de PKN te wachten tot de NBV is gereviseerd. In dit opmerkelijke tegenvoorstel benadrukt de commissie dat het niet gaat om het afwijzen van de NBV als zodanig of om het opnieuw ter discussie stellen van het vertaalprincipe.
Wie het rapport leest, kan echter niet anders dan tot de conclusie komen dat de commissie juist wel het vertaalprincipe van de NBV ter discussie stelt. Dat is overigens helemaal in lijn met de kritiek die vanaf het begin geuit werd op de NBV. Citaat uit het rapport: „Daarom is de commissie van rapport van oordeel dat wij moeten streven naar een vertaling die de noodzaak om in de eredienst te verwijzen naar de grondtekst zo veel mogelijk beperkt.” Zo’n zin is moeilijk anders te lezen dan: kies voor een meer brontaalgerichte vertaling in plaats van voor een vertaling die vooral de doeltaal op het oog heeft. Even verderop in het rapport wijst de commissie er zelfs op dat het vertaalprincipe ”doeltaalgericht” bij de NBV lijkt te zijn veranderd in ”doeltaalgetrouw”. Zwaardere kritiek op het vertaalprincipe is moeilijk denkbaar.
Mocht de synode van de PKN donderdag besluiten om, tegen de wens van het moderamen in, te wachten op de revisie van de NBV voordat de discussie over het toelaten van de NBV als kanselbijbel in de kerk wordt hervat, dan betekent dat nogal wat. Het is immers zo goed als uitgesloten dat de revisie van de NBV aan de kern van de kritiek van de commissie van rapport tegemoet zal komen. De hele vertaling zal dan op de schop moeten. Het zou de duidelijkheid dienen als dat donderdag in de synode ook in ronde woorden wordt gezegd.