Op reis naar de eeuwigheid
„Het maakt nogal wat uit welke trein je neemt. Of je in de goede zit of in de verkeerde. Want het gaat om de bestemming van je levensreis. Welke kant gaat het op?” Dat zei ds. J. M. J Kieviet zaterdagmorgen in Schiphol-Rijk.
De predikant uit Dordrecht sprak op het jeugdappel -16 van het Landelijk Contact Jeugdverenigingen (LCJ), een jongerenorganisatie binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. De bijeenkomst, die meer dan 800 jongeren trok, had als thema: ”Gods Koninkrijk”. Deelthema’s waren: ”Gods Koninkrijk… is gekomen” en ”Gods Koninkrijk… komt!”Er was een korte film te zien waarin een jongen en een meisje naar een treinstation gaan. Bij een station met de naam Levensreis komen zij tot de ontdekking dat de treinen in twee totaal tegenovergestelde richtingen gaan.
In de film waren interviews verwerkt met Erwin Hout, een gehandicapte die al tientallen jaren in de rolstoel zit, en met emeritus hoogleraar prof. dr. W. H. Velema. Beiden gaven aan dat een leven met God een rijk leven is.
Hout, die door een valpartij een dwarslaesie kreeg, vertelde in de film hoe hij sinds zijn ongeluk over het leven denkt. Hij ging inzien welke dingen belangrijk zijn en welke niet. „Elke dag met Jezus is een gewonnen dag en elke dag zonder Jezus is een verloren dag.” Hij ziet verlangend uit naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar geen handicaps meer zijn.
Ds. Kieviet sprak over het eerste deelthema, ”Gods koninkrijk… is gekomen”. Aansluitend op de vertoonde video vroeg hij de jongeren: „Waar gaat het heen met je levensreis? Dat is een belangrijke vraag, want zoals uit de film bleek, kan de reis twee kanten op.”
Ds. Kieviet liet zien dat de Bijbel en in het bijzonder de Heere Jezus altijd met „twee woorden” spreekt. Er zijn wijze bouwers, maar ook dwaze bouwers. Vijf wijze en vijf dwaze meisjes, koren en kaf, schapen en bokken.
Ds. A. Th. van Olst, predikant te Utrecht-West, sprak over ”Gods koninkrijk… komt!” Hij zei dat de jongeren voorbereid moeten zijn op de wederkomst van Christus, omdat Deze onverwachts komt. De predikant wil echter niet speculeren over het precieze tijdstip van Zijn komst. „Stel dat je weet dat de jongste dag er over 40 dagen is, dan denk je nog altijd: „Ik heb nog 39 dagen.” Dit is zeker: de Heere Jezus komt. Als het goed is, zien wij verlangend uit naar deze dag.”
Ds. Van Olst wees de jongelui op de „tekenen der tijden”, zoals oorlogen en aardbevingen. Allemaal hoorbare „roepstemmen” die de wederkomst aankondigen. De blijdschap in het Koninkrijk van God na de jongste dag is volgens hem niet in woorden uit te drukken. Dan is er geen pijn meer, geen leed, geen natuurrampen, maar een eeuwige vreugde bij God.
De Utrechtse predikant vroeg de jongeren of zij „heimwee” naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde kennen. De Bijbel geeft enkele beelden over hoe het straks zal zijn, maar het blijft „stamelen omdat de vreugde onbeschrijflijk is.” De nieuwe hemel zal nog heerlijker zijn dan het paradijs.
Ds. Van Olst liet ook de keerzijde zien. „Wie Christus niet liefhebben, zullen zo verschrikt zijn dat zij vragen door de bergen bedekt te worden. Ze kunnen Gods aangezicht niet verdragen. De oordeelsdag zal een scheiding aanbrengen tussen de schapen en de bokken. Het ingaan in de eeuwige vreugde hangt ervan af of we Christus hebben liefgehad; het is niet afhankelijk van successen in je leven of van een omvangrijke vriendenkring.”
Ds. Van Olst besloot zijn toespraak met een vraag. „Stel dat Jezus op dit moment zou komen. Hij zou je vragen: Heb je Mij lief? Verwerp deze roepstem niet, want je hoeft niet verloren te gaan. De Heere zegt: „Zoek Mij en leef.” Net als in de film zijn er twee treinen die in tegenovergestelde richting gaan. Wil je in de goede trein zitten, neem dan de goede routebeschrijving, de Bijbel. Dan kom je gegarandeerd op de goede bestemming aan, want de Heere heeft dat beloofd.”