Kerk & religie

Ds. Meijer: Niet voorschrijven maar voorleven

In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: ds. W. Meijer, predikant in Tholen en volgende week spreker op een studiedag over huisgodsdienst, belegd door de Gereformeerde Bond.

tekst Ardjan Logmans
16 April 2010 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 10:21
Ds. Meijer. beeld Henk Copier
Ds. Meijer. beeld Henk Copier

„Waar is God in ons huis? Laat ieder daarop eens antwoord geven”, zegt ds. W. Meijer. Dat laat dan iets zien van de vitaliteit van huisgodsdienst. „Wat werkt het geloof in de verzoening door Jezus Christus in ons gezinsleven uit? Dat moet verder gaan dan een Bijbelspreuk aan de muur of een Statenbijbel op een lessenaar in de woon­kamer.”Huisgodsdienst wordt steeds meer herontdekt, stelt ds. Meijer, predikant van de hervormde gemeente te Tholen. „Het gezin is weer in beeld, ook in de samenleving. We hebben niet voor niets een minister voor Jeugd en Gezin.

Het gaat mis in de gezinnen. We hebben meer vrije tijd dan onze ouders ooit gehad hebben. En toch hebben we het druk, druk, druk. In de jachtigheid bungelt het leven met de Heere in het gezin vaak onder aan de prioriteitenlijst.”

Bidden en Bijbellezen voor en na het eten passen vaak niet meer in de overbezette agenda’s van ouders en kinderen, verduidelijkt hij. „Je kijkt er raar van op, maar Bijbellezen is niet meer vanzelfsprekend. Ik hoor van catechisanten dat na het bidden voor het eten de tv aangaat. Als het bord leeg is, gaat de maaltijd geruisloos over in de avond.”

Huisgodsdienst is voor de predikant „een geestelijk klimaat in huis. En dat klimaat is er niet alleen voor ouders met kinderen. Het is er ook bij alleenstaanden, echtparen zonder kinderen of van wie de kinderen de deur uit zijn. Merken echtgenoten aan elkaar of merken bezoekers een doorleefde omgang met het Woord?”

Zo’n klimaat heeft gevolgen, stelt de predikant. Regels knellen dan niet meer. „Rustig Bijbelezen. Naar catechisatie. En voor ouders: toch je gezicht laten zien op de vrouwenvereniging of lidmatenkring. Dat zijn geen sluitposten, maar worden gewoonten waarvoor tijd wordt uitgetrokken.”

Het gaat niet om regels, maar om de achterliggende houding, aldus ds. Meijer. Wordt het geloof voorgeschreven of voorgeleefd? „Kinderen voelen haarfijn aan of ouders leven uit het geloof. Als dat zo is, komt dat openbaar. En of er dan een formuliergebed of een vrij gebed wordt gedaan, is van minder belang. Wandelen met God en daarmee wandelen naar de Schriften…” De predikant weegt zijn woorden. „Dat wordt overgedragen op de kinderen.”

Spreken over geloofsoverdracht doet de predikant liever niet. „Want het geloof is niet over te dragen. Maar God wil wel werken in de lijn van de geslachten. Dat is de grote waarde die ik hecht aan het verbond. En dat gaat heel ver. Zo schrijft David in Psalm 22 dat hij vanaf de moederschoot op de Heere is geworpen. Dat zegt iets over de huisgodsdienst in het gezin van Isaï.”

De predikant komt verschillende keren op de waarde van het verbond terug. „Op catechisatie vroeg ik eens of ouders hadden verteld wat de doop inhoudt. Niemand stak zijn vinger op”, zucht hij. „Wat houdt de derde doopvraag dan in?”

Leer het gezin de doop verstaan, zo parafraseert hij de theoloog J. A. Wormser uit het eind van de negentiende eeuw, en het gezin is gered. „En ook de toekomst van de kerk is veilig. Want onze kinderen zullen straks de kerk dragen.”

De houding van ouders is van het grootste belang, stelt ds. Meijer. „Ik hoorde eens aan het schoolhek dat een moeder de overdracht van kennis van het geloof en van de Bijbel aan de reformatorische basisschool overliet. Dat kan echt niet. Leer kinderen bijvoorbeeld dat een binnen­kamer noodzakelijk is. Uit zichzelf zullen ze er niet naar zoeken.”

Goed voorbeeld doet volgen, vindt ds. Meijer. Ouders van wie de kerkelijke betrokkenheid niet verder gaat dan het bijwonen van de zondagse diensten kunnen van hun kinderen geen actieve rol in het kerkelijk verenigingsleven verwachten. „En als de preekbespreking over de predikant en over de lengte van de preek gaat, jaag je jongeren helemaal de kerk uit.”

Wees jezelf, geeft de predikant ouders mee. „Ik merk soms een schroom tegenover eigen kinderen om over het geloof te praten. Dat hoeft niet.”

De predikant haalt aan hoe het Bijbellezen na het eten hem eens emotioneerde, omdat het nauw aansloot bij gebeurtenissen uit het predikantswerk. „Mijn vrouw las toen verder. Zulke dingen moet je later uitleggen aan je kinderen. Dat is niet erg, ik ben ook een mens met gevoelens.”

Ouders hoeven niet perfect te zijn. „Er is niets mis mee als je jezelf de vraag stelt hoe je je kinderen over het geloof vertelt. Als je maar zoekt naar een antwoord.”

Toch kan het zijn dat jongeren afhaken. Ook in een gezin met biddende ouders en een open sfeer, zegt de predikant. „Soms wordt het niet helder waarom een zoon of dochter het geloof vaarwel zegt. Dan kan ik alleen meelijden met het verdriet dat dat geeft.”

In het gezin Meijer wordt de dag gezamenlijk begonnen. Ieder leest aan tafel mee uit een eigen Bijbel. „Zo leren kinderen als vanzelf de Bijbelse woorden aan. Ons jongste dochtertje, ze zit in groep 3, kreeg onlangs het woord lankmoedigheid over de lippen. Mooi toch”, lacht hij. „Ze weet totaal niet wat het betekent. Maar dat levert dan weer een gesprek op.”

De Thoolse voorganger tekent aan overdag vaker thuis te zijn dan in veel andere beroepen mogelijk is. „Niet dat er dan altijd wordt gesproken over het geloof. Maar tijd hebben voor elkaar is ook huisgodsdienst.”

Het over en weer meeleven betekent ook dat kinderen soms meekijken als de preek wordt gemaakt. „„Hoever bent u al?” vragen ze. „Kantje 17”, zeg ik. Zo’n 26 pagina’s A5 is een preek. „Nou, ’t schiet al op”, hoor ik dan.”


Meijer

Willem Meijer is geboren in 1973. Hij groeit op in Veenendaal. Voordat hij tot het ambt van predikant wordt geroepen, werkt hij zeven jaar als leerkracht in het basis­onderwijs.

De onderwijzer studeert in deeltijd theologie aan de universiteit van Utrecht. Zijn afstudeerscriptie gaat over de visie van Wilhelmus à Brakel op het duizendjarig rijk. Ds. Meijer neemt in 2003 een beroep aan naar Yerseke. In 2009 vertrekt hij naar Tholen.

Ds. Meijer is getrouwd en heeft vier kinderen in de leeftijd van 6, 10, 12 en 13 jaar.

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer