Jan Doomijnuijt trok „in dronck sijn mes”
„Alsoo Jan Doomijnuijt hem verloopen hadde in grove dronckenscap, ende in dronck sijn mes getrocken, waerdoor sijn vrouw onvroets gequetst wiert, soo is hij van den predicant daerover bestraft ende vermaent daervoor, ende voor alle ergernisse in het toecomende, te wachten. Hetselve is hem daernae wederom kerckelijck aengeseijt. Heeft belooft ’t selve nae te comen.”
Dr. Plaisier houdt lezing bij presentatie oude acta hervormd RidderkerkDronkenschap en –het daarbij behorende– huiselijk geweld onder kerkleden dateren niet van vandaag of woensdag, blijkt wel uit de oude kerkenraadsnotulen van de hervormde gemeente in Ridderkerk. Evenmin als „kijven”, „vloecken” en „hoererie.”
In de Ridderkerkse Singelkerk had woensdag avond de presentatie plaats van het boek ”Een gemeente in opbouw. De kerkenraadsnotulen van Ridderkerk 1574-1675”, onder redactie van M. G. Hofman en C. J. Houtman (uitg. Boekencentrum, 352 blz.). Deze geven een gedetailleerd verslag van de geschiedenis van de gemeente vanaf de reformatie in 1574. In januari van dat jaar „heeft Caspar Antheunis van Gendt van Arnhem alhier begonnen te predicken”, noteerde ds. Johannes Bisschop, die op 6 mei 1584 als predikant in Ridderkerk werd bevestigd. „In welcken tijdt dat hij hier gepredict heeft, de kercke gantz gesuvert is van beelden, altaren ende andere affgoderij.”
Heilige mis
„U bevindt zich hier op heilige grond”, zei M. G. Hofman, lid van de archiefcommissie, in zijn openingswoord. Hij refereerde aan het jaar 1450, toen de kerk door de bisschop van Utrecht werd gewijd, aan Sint-Joris. „In 1574 kwam er verandering in de katholieke bestemming van dit bedehuis, en was niet langer het gebouw heilig, maar vormden de mensen een geheiligd volk.”
Vóór 1574 werd hier week na week de heilige mis opgedragen, aldus prof. dr. F. A. van Lieburg, die een lezing hield over ”Een eeuw rond de avondmaalstafel”. „In dat jaar werd alles anders.” Pastoor Willem Woutersz werd op non-actief gesteld. Vanuit Dordrecht werd een predikant gestuurd: ds. Caspar Antheunissen van Gendt, die overigens in februari 1575 alweer vertrok.
Ridderkerk kreeg een „gereformeerde kerk.” Van Lieburg (die een inleiding op het boek schreef): „Voortaan werd hier vier keer per jaar de tafel van het heilig avondmaal opgesteld. Sindsdien draaide het niet meer om de mis, maar om de preek. Het avondmaal kreeg de functie van gedachtenismaaltijd.”
Het ging echter wel om een héílig sacrament, wist de kerkenraad. Weliswaar was het avondmaal in principe toegankelijk voor elk gemeentelid dat openbare geloofsbelijdenis had gedaan, maar „er was ook nog het dagelijks leven.” En dat leidde „in een beperkt aantal gevallen tot afhouding van het heilig avondmaal, en een enkele keer tot excommunicatie.”
Mogen kerkenraadsnotulen als deze wel aan de openbaarheid worden prijsgegeven? wierp de kerkhistoricus aan de VU op. „Van mijn leermeester, prof. dr. A. van Deursen, heb ik geleerd: „Geschiedschrijving is recht doen aan de gestorvenen.” En op het eerste gezicht komt een deel van deze notulen misschien over als een onbarmhartig zondenregister. Maar in de meeste gevallen kwam het echt tot verzoening – en markeerde elke avondmaalsviering de verzoening. Toen iemand op een keer kwam klagen over andermans zonden, kreeg hij te horen dat hij geen oude koeien uit de sloot moest halen. Vergeven is vergeten.”
Verademing
Dat laatste onderstreepte ook dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland en afkomstig uit Ridderkerk. „Ik ben in deze kerk gedoopt, heb hier belijdenis gedaan en ben hier getrouwd.”
Dr. Plaisier constateerde dat er „vandaag tussen mensen een onvermogen is om met conflicten om te gaan. De schuldvraag is vandaag actueel door vooral de schuld bij de ander te leggen. In de gemeente weten we van verzoening.”
Historicus drs. B. Wouda verhaalde hoe Ridderkerk zich indertijd ontworstelde aan Dordrecht. „Moeten wij als het gaat om gemeenteopbouw nú ook niet zelf de hand aan de ploeg slaan, in plaats van steeds te kijken naar, bijvoorbeeld, Den Haag, of faculteiten in Amsterdam of Leuven?”
Onder anderen mevrouw drs. H. R. van den Berg, tot woensdag wethouder van Ridderkerk namens de ChristenUnie, kreeg een exemplaar van het boek overhandigd. „Als uit deze uitgave één ding blijkt”, zei zij, „is het wel hoe belangrijk het is dat dingen vastgelegd blijven worden – ook in deze tijd van Hyves en Twitter.”