„Fietsendief steeds geraffineerder”
Groningen heeft de twijfelachtige eer om na Amsterdam de stad te zijn waar de meeste fietsen worden gestolen. „Een Axa-slot hebben ze in vijf seconden open.”
Het stationsplein blaakt in het zonlicht. Brutale duiven doen zich tegoed aan een half opgegeten boterham die op het plaveisel is achtergelaten. Het broodje is eigenlijk het enige smetje op het plein. Het is opvallend hoe netjes alles erbij ligt. Geen rondslingerend vuil, of –minstens zo hinderlijk– her en der neergekwakte fietsen of overblijfselen ervan.Het moet maar eens afgelopen zijn met rondslingerende rijwielen, dacht de gemeente. Voor 10 miljoen euro liet het stadsbestuur pal naast het centraal station het zogeheten Stadsbalkon bouwen, dat drie jaar geleden werd geopend. Het concept is eenvoudig: stop de duizenden fietsen die vooral de vele studenten bij het station willen stallen onder de grond, en je hebt een keurig plein.
Indira worstelt in het Stadsbalkon om het grote hangslot van haar gammel ogende fiets open te krijgen. „Een normaal slot heb ik niet”, zegt de derdejaarsstudente van de rijksuniversiteit wijzend op haar stalen ros. „Drie keer al werd mijn fiets gestolen. Dit onderkomen is de minst slechte oplossing.”
De tweewieler van studente Marloes Leeman is eveneens het vierde exemplaar in drie jaar tijd. „Nee, aangifte heb ik nooit gedaan, want daar doet de politie toch niets mee.”
Elizabeth Kooy scheldt op haar rijwiel, dat vast lijkt te zitten aan een ander exemplaar. „Het staat allemaal erg krap hier en soms is het echt zoeken naar een plekje, maar verder is het een prima ruimte. Mijn fiets is hier nog nooit gestolen. Bovendien houden ze de boel netjes schoon.”
Het is een compliment aan de beheerders van het Stadsbalkon. Hun chef Giavedoni glundert. Hij en zijn medewerkers lopen zeven dagen per week 24 uur per dag hun rondes langs de duizenden fietsen.
„Die controles hebben in elk geval een afschrikeffect. Het is moeilijk vast te stellen wie een dief is. Alle sloten zijn tegenwoordig zonder tang open te krijgen. Dieven gebruiken nagemaakte sleutels. Een Axaslot hebben ze in vijf seconden open.”
Giavedoni spreekt regelmatig met agenten. „Zij zeggen dat de zogeheten professionele jatters in de hele stad Groningen op twee handen zijn te tellen. Als er twee of drie in de nor zitten, zakt het aantal diefstallen zienderogen in.”
Het dievengilde gaat steeds geraffineerder te werk, weet de Groninger met Braziliaanse wortels. „Sommigen hebben een haak aan hun broek. Als ze een slot niet direct openkrijgen, tillen ze de fiets aan het achterwiel omhoog, bevestigen het rijwiel aan de haak en lopen ermee weg alsof de ketting eraf is.”
Regelmatig treffen de stallingbeheerders fietsen aan die zijn gestolen, herkenbaar aan bijvoorbeeld een doorgezaagd slot. Als het framenummer is geregistreerd, kan de rechtmatige eigenaar zijn rijwiel terugkrijgen. Giavedoni: „Recent vonden we een splinternieuw exemplaar dat hier was achtergelaten. Het slot was vernield. Het framenummer stond helaas niet geregistreerd. Toch konden we de eigenaar achterhalen. Op het spatbord zat een sticker met de gegevens van de rijwielhandel waar de fiets was gekocht.”
Niet alle fietsers vinden het nodig de hypermoderne stalling –tot maximaal twaalf dagen gratis– te gebruiken. KPN-werknemer Dries Vieleers haalt verderop in een fietsenstalling op straat zijn rijwiel van het slot. „Ik parkeer het beestje hier al zo’n twee jaar en nog nooit is het gestolen. Dat Stadsbalkon is mij te donker, vooral ’s avonds.”