Kerk & religie

Formule „land onder God” legitiem

De belofte van trouw aan het vaderland, die veel Amerikaanse schoolkinderen elke dag afleggen, is niet in strijd met de Amerikaanse grondwet. Dat heeft het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden besloten met 400 stemmen voor en 7 tegen. Het veroordeelde daarmee een uitspraak van het gerechtshof van San Francisco.

Kerkredactie
25 March 2003 12:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:13

Het Huis van Afgevaardigden stelt dat de belofte van trouw aan het vaderland een „patriottische daad” is en niet een daad die een godsdienstig geloof verwoordt of ondersteunt.

Volgens het gerechtshof in San Francisco was die formulering strijdig met het beginsel van scheiding van kerk en staat zoals die in de grondwet is vastgelegd. Tot deze uitspraak kwam het vorig jaar zomer.

Politiek Amerika reageerde verbluft. „De president noemde het besluit belachelijk”, zo liet zijn woordvoerder Ari Fleischer weten. Ook veel politici keurden de uitspraak van het hof in San Francisco af.

Met name de Zuidelijke Baptisten reageerden verontwaardigd op dit besluit. Sommige kerkelijke vertegenwoordigers waren bang dat elke verwijzing naar godsdienst op openbare scholen verboden zou kunnen worden.

In Amerika is het gebruikelijk dat elke vergadering met gebed geopend wordt. Het hooggerechtshof begint elke zitting met het pleidooi „Moge God de Verenigde Staten en dit edele hof beschermen.” Op de munt in de Verenigde Staten staat: „In God we trust.” Volgens het gerechtshof van San Francisco was dit allemaal strijdig met de grondwet.

De uitspraak gold overigens wel alleen de negen westelijke staten van de VS waarover het hof zeggenschap heeft.

Aanstichter van de discussie was de atheïst Michael Newdow. Twee jaar geleden diende hij een klacht in tegen de tekst van de dagelijkse belofte. Hij was van mening dat zijn dochter „niet onderworpen hoeft te worden aan een idee waarin wij niet geloven.” Newdow kreeg van de rechter ongelijk, maar in beroep kreeg hij wel succes bij het hof in San Francisco.

De formulering „Een land onder God” dateert overigens pas van 1954, toen Washington onder leiding van president Dwight D. Eisenhower het religieuze karakter van Amerika wilde benadrukken tegenover de communistische en goddeloze Sovjet-Unie.

Het huidige besluit van het Huis van Afgevaardigden kwam drie weken nadat het gerechtshof van San Francisco zijn omstreden besluit handhaafde. Procureur-generaal John Ashcroft heeft toen laten weten dat hij beroep wilde aantekenen tegen het besluit bij het hooggerechtshof.

Het besluit van het Huis van Afgevaardigden is echter niet bindend. De zeven tegenstemmers waren allen Democraten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer